dinsdag, oktober 04, 2005

BEGRIPPEN
Acuut hoesten: hoesten korter dan drie weken.



RICHTLIJNEN DIAGNOSTIEK
Anamnese
Duur en aard van het hoesten (recidiverend, blafhoest, >kinkhoestaanvallen=).
Temperatuurverhoging (hoogte, duur, beloop).
Symptomen die passen bij een bovenste luchtweginfectie.
Dyspneu, piepen.
Alarmsymptomen bij kinderen: ernstig ziekzijn (vooral tachypneu), ernstige dyspneu of (bij jonge zuigelingen) apneuperioden.
Alarmsymptomen bij volwassenen: ernstig ziekzijn (vooral tachypneu), ernstige dyspneu, pijn die vastzit aan de ademhaling, haemoptoe.
Irritantia (in het bijzonder roken), mate van hinder, (zelf)medicatie (in het bijzonder ACE-remmers).
Bij zuigelingen: pre-/dysmaturitas en/of beademing bij de geboorte.
Bij kinderen: comorbiditeit (vooral aangeboren hart- en longafwijkingen).
Bij volwassenen: comorbiditeit (vooral hartfalen, COPD en ernstige neurologische aandoeningen).


Overwegingen bij het telefonisch consult
De patiënt dient op korte termijn gezien te worden bij: alarmsymptomen; leeftijd <3 maanden; verminderde weerstand.

Overwogen dient te worden de patiënt op korte termijn te zien bij: hoge koorts gedurende meer dan drie dagen of koorts opnieuw hoog oplopend na een aantal koortsvrije dagen; dyspneu en/of piepen (als de patiënt geen astma of COPD heeft); ouderen (>75 jaar) met koorts; en patiënten met relevante comorbiditeit.



Lichamelijk onderzoek
Mate van ziekzijn bij kinderen: koorts, tekenen van verhoogde ademarbeid (tachypneu, intercostale intrekkingen, neusvleugelen), hartritme, huidkleur, reactie op de omgeving en tekenen van dehydratie;
Mate van ziekzijn bij volwassenen: koorts, tachypneu, snelle pols en (vooral bij ouderen) bewustzijn.
Onderzoek KNO-gebied: bij symptomen die passen bij een bovenste luchtweginfectie.
Auscultatie en percussie van de longen: longgeluiden en lokale afwijkingen.
Bij het vermoeden van hartfalen en aangeboren hartafwijkingen: auscultatie van het hart.


Aanvullend onderzoek
Bij twijfel over het bestaan van een pneumonie of het vermoeden van een maligniteit: X-thorax.
Bij het vermoeden van kinkhoest (als er in de naaste omgeving zuigelingen of hoogzwangeren aanwezig zijn): kweek of PCR (ziekteduur <3 à 4 weken), serologie (ziekteduur >3 à 4 weken).


Evaluatie
Aandoeningen waarbij geen specifieke behandeling hoeft te worden overwogen òf geïndiceerd is:

ongecompliceerde luchtwegaandoeningen (vooral bovenste luchtweginfecties, acute bronchitis);
irritantia: voornamelijk (passief) roken.
Aandoeningen waarbij wél een specifiek beleid moet worden overwogen:

ter voorkomingen van complicaties: bij (vermoeden van een) pneumonie (bij een ernstig zieke patiënt met gelokaliseerde afwijkingen of tekenen van verhoogde ademarbeid, bij een langdurig zieke patiënt (>7 dagen) met koorts en hoesten en bij een infiltraat op de X-thorax); bij zuigelingen en ouderen (>75 jaar) met koorts; en bij patiënten met relevante comorbiditeit;
kinkhoest: voor zuigelingen of hoogzwangeren of voor personen die met deze groepen in aanraking komen: bij typerende kinkhoestaanvallen of, tijdens epidemieën, bij patiënten met ernstig hoesten of hoestbuien die contact hebben gehad met kinderen of volwassenen met kinkhoest;
bronchiolitis: bij zieke zuigelingen met tekenen van verhoogde ademarbeid en fijne crepitaties over beide longvelden;
pseudo-kroep: bij blafhoest, heesheid en een inspiratoire stridor;
Overige relevante aandoeningen: astma (bij recidiverende hoestperiodes die al of niet gepaard gaan met piepen of dyspneu), longembolie (bij hoesten met acute dyspneu en/of pijn die vastzit aan de ademhaling), hartfalen (bij dyspneu bij inspanning, nachtelijke dyspneu of dyspneu bij platliggen) en maligniteit (bij haemoptoe, in het bijzonder bij afvallen >3 kg/maand en roken).


RICHTLIJNEN BELEID
Voorlichting en niet-medicamenteuze adviezen
Hoesten ten gevolge van een ongecompliceerde luchtweginfectie gaat zonder speciale maatregelen over het algemeen binnen 2 à 3 weken vanzelf over.
Van geen van de vrij verkrijgbare hoestmiddelen is de werkzaamheid aangetoond.
Ontraad (passief) roken, omdat dit hoesten kan veroorzaken en de duur van hoestklachten kan verlengen.
Ontraad veelvuldig schrapen van de keel, omdat dit het hoesten kan onderhouden.
Bij kinkhoest hebben antibiotica ter verzachting of verkorting van de ziekteverschijnselen geen zin.
Een kind met een bronchiolitis knapt meestal binnen 3 à 7 dagen spontaan op. Ernstige benauwdheid, kortdurende periodes waarin het kind niet ademt en onvoldoende drinken zijn redenen om direct opnieuw contact op te nemen met de huisarts.
Een pseudo-kroepaanval zonder ernstige benauwdheid herstelt spontaan binnen enkele uren.


Medicamenteuze therapie
Symptomatische therapie

Bij ernstige hinder: bij kinderen: noscapine (1-6 jaar: 2-4 dd 7,5 mg; 6-12 jaar: 2-4 dd 15 mg); bij volwassenen: noscapine 3-4 dd 15-30 mg of codeïne 3-4 dd 10-20 mg.
Antimicrobiële therapie

Indicatie: (vermoeden van een) pneumonie, zuigelingen en ouderen (>75 jaar) met koorts, patiënten met relevante comorbiditeit.
Kinderen: amoxicilline 30 mg/kg gedurende 7 dagen; bij overgevoeligheid azitromycine 1 dd 10 mg/kg gedurende 3 dagen.
Volwassenen: doxycycline 1e dag 200 mg, 2e-7e dag 1 dd 100 mg; bij intolerantie voor tetracyclines, bij zwangeren en in de lactatieperiode: amoxicilline 3 dd 500 mg gedurende 7 dagen; bij overgevoeligheid voor amoxicilline erytromycine 4 dd 500 mg gedurende 7 dagen.
Controle: bij een ernstig zieke patiënt is controle van het klinisch beeld binnen 24 uur noodzakelijk; (herhaling) van de X-thorax ter uitsluiting van een maligniteit: indien de klachten na zes weken niet verdwenen zijn, in het bijzonder bij (ex-) rokende patiënten >50 jaar.
Kinkhoest

Antimicrobiële behandeling is alleen aangewezen als in de naaste omgeving zuigelingen of hoogzwangeren aanwezig zijn ter preventie van secundaire ziektegevallen: bij kinderen: azitromycine 1 dd 10 mg/kg gedurende 3 dagen; bij volwassenen: azitromycine 1 dd 500 mg gedurende 3 dagen; bij zwangerschap en lactatie: erytromycine 4 dd 500 mg gedurende 7 dagen.
Bronchiolitis

Dagelijks controle: verwijs bij ernstige dyspnoe, apneuperioden of slecht drinken;
Probeer eventueel een behandeling met bètasympathicomimetica of corticosteroïden.
Pseudo-kroep

Bij matig ernstige pseudo-kroep (verhoogde ademarbeid en stridor in rust): eenmalige toediening van corticosteroïden: bijvoorbeeld dexamethason 0,15 mg/kg oraal/i.m.; 5-10 pufjes corticosteroïd per inhalatie.


Verwijzing
Pneumonie: bij een ernstig zieke patiënt, bij onvoldoende reactie op antimicrobiële therapie, bij het vermoeden van een aspiratiepneumonie (bij onvoldoende verbetering na antimicrobiële behandeling).
Bronchiolitis: bij ernstige dyspneu, apneuperiodes en slecht drinken; bij zuigelingen <3 maanden of bij een verhoogd risico op een ernstige RSV-infectie (aangeboren hart- of longziekten, immunogecompromitteerde kinderen en apneu in de voorgeschiedenis).
Ernstige pseudo-kroep (cyanose, ernstige intercostale intrekkingen of verminderd bewustzijn) en bij onvoldoende reactie op corticosteroïden.
Vermoeden van een longembolie of maligniteit.

0 reacties: