dinsdag, mei 22, 2007

Indicaties

circulatiestilstand gevolgd door apnoe;
respiratoire insufficiëntie met circulatoir arrest.

Algemene handelwijze (in volgorde van belangrijkheid)

begin hartmassage met frequentie circa 80 per minuut;
begin beademing via mond-op-mond of via mond/neus-masker; tracht zo spoedig mogelijk over te gaan op beademing via endotracheale tube, zeker wanneer reanimatie naar verwachting langer gaat duren. Verhouding beademing: hartmassage dient 1:5 te zijn;
alarmeer reanimatieteam en meld duidelijk waar reanimatie plaats heeft (op afdeling cardiologie bevindt zich een eigen noodbel);
zorg voor hartritmediagnostiek/-bewaking, wat soms ook mogelijk is via paddles van defibrillator;
zorg voor intraveneuze toegangsweg; indien niet mogelijk via armvene, dan via v. jugularis interna, v. subclavia of v. femoralis. Als reanimatie niet direct succes heeft, geniet een centrale lijn de voorkeur. Als geen i.v. toegangsweg verkregen kan worden dan, indien mogelijk, intratracheaal medicatie toedienen (de gebruikelijke dosering dan 2-3 maal verhogen);
verzamel zo veel mogelijk informatie over de patiënt:
voorgeschiedenis;
actuele ziektegeschiedenis;
prognose;
behandelend specialist;
recent ECG;
recent laboratoriumonderzoek.
verricht een beperkt lichamelijk onderzoek:
centraal-veneuze druk (CVD);
ademgeruis (spanningspneumothorax);
palpatie abdomen (aneurysma aortae abdominalis).
bepaal (geregeld) arteriële bloedgasanalysewaarden, veneuze bloedgasanalysewaarden, elektrolyten, glucose en Hb.
reanimatiepogingen staken indien alle mogelijke onderliggende factoren/ oorzaken zo optimaal mogelijk zijn gecorrigeerd (correctie zuur/base-evenwicht (pH>7,20), correctie pO2(>8 kPa), correctie elektrolytenstoornis, correctie tamponade, correctie lichaamstemperatuur, antiaritmische therapie, enz.) en desondanks adem-hartstilstand blijft bestaan.

Specifieke protocollen:

ventrikel fibrilleren/VT met bewustzijnsverliesventrikeltachycardie zonder bewustzijnsverlies
asystolie
elektromechanische dissociatie
extreme bradycardie

Na 10de blok bij persisterend VF of VT:

massage en beademing
iedere 5 minuten: adrenaline 1 mg i.v.

indien men vanuit het specifieke protocol wederom in dit protocol terecht komt, dan dit protocol vervolgen waar dit verlaten is;
geen bicarbonaat in de eerste 15 minuten, nadien alleen als pH <7,1 in dosering van 50 ml bicarbonaat 8,4%;
adrenaline via de tube oplossen met NaCl 0,9% tot 10 ml;
calcium alleen bij hyperkaliëmie of overdosering calciumantagonisten;
magnesiumsulfaat overwegen bij diureticagebruik;

getriggerde ECV verrichten onder algehele anesthesie (bv. propofol);
na toediening propofol niet langer varen op bewustzijn, maar op pols, tensie en ademhaling.

indien men vanuit het specifieke protocol wederom in dit protocol terecht komt, dan dit protocol vervolgen waar dit verlaten is;
indien tussentijds ander ritme ontstaat: specifiek protocol volgen;
adrenaline via de tube oplossen met NaCl 0,9% tot 10 ml;
geen bicarbonaat in de eerste 15 minuten geven, nadien alleen als pH <7,1 in dosering van 50 ml bicarbonaat 8,4%;
eventueel defibrillatie overwegen.

diagnostiek van de oorzaak van EMD van het allergrootste belang zodat specifieke behandeling kan gegeven worden.

eventueel externe pacemaker inbrengen voor invasief pacen;
bij bewustzijnsverlies hartmassage toepassen;
bij insufficiëntie ademhaling (bij-)beademen;
bij adequate circulatie kan isoprenaline infuus worden gegeven op geleide van de hartfrequentie.
Non-invasief pacen

plaats pads op thorax- en rugzijde patiënt;
sluit de pads aan op defibrillator door connectie van de paddles los te halen en deze vast te maken aan de pads;
kies pacer op de monitor van de defibrillator;
stel pacing frequentie in en voer pacing energie op tot capture is bereikt en mechanische output verzekerd.

0 reacties: