maandag, februari 20, 2006

Inhoudsopgave

1. Pijnbehandeling 1
1.1 Algemeen pijnbeleid: 1
1.2 Specifieke pijnsyndromen 3

2. Psychofarmaca 4
2.1 Antipsychotica 4
2.2 Antidepressiva 4
2.3 Anxiolytica 5
2.4 Hypnotica 5
2.5 Overige psychofarmaca 6

3. Middelen bij neurologische aandoeningen 7
3.1 Anti-epileptica 7
3.2 Parkinsonmiddelen 7
3.3 Vertigomiddelen 8
3.4 Spierrelaxantia 9

4. Middelen bij bloedziekten 10
4.1 middelen bij anemie 10
4.2 anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers 10
4.3 Overige middelen 11

5. Middelen bij hart- en vaatziekten 12
5.1 Middelen bij hartfalen 12
5.2 Middelen bij hypertensie 13
5.3 Middelen bij angina pectoris 14
5.4 Middelen bij ritmestoornissen 14

6. Middelen bij maag- en darmziekten 16
6.1 Middelen bij peptische aandoeningen/klachten 16
6.2 Spasmolytica 16
6.4 Anti-diarrhoica 17
6.5 Laxantia 18

7. Middelen bij aandoeningen van de luchtwegen 19
7.1 Middelen bij hoesten 19
7.2 Middelen bij C.O.P.D. en asthma bronchiale 19

8. Middelen bij urogenitale stoornissen 21
8.1 Middelen bij urine-incontinentie 21
8.2 Middelen bij prostaataandoeningen 21
8.3 Middelen bij vaginale aandoeningen 21

9. Middelen bij huidaandoeningen 22
9.1 Indifferente middelen 22
9.2 Lokale corticosteroïden 22
9.3 Middelen bij schimmel-/gistinfecties 23
9.4 Middelen bij wondbehandeling en desinfectantia 23
9.5 Overige Middelen bij huidaandoeningen 24

10. Middelen bij keel-, neus- en ooraandoeningen 25
10.1 Middelen bij mond- en keelaandoeningen 25
10.2 Middelen bij neusaandoeningen 25
10.3 Middelen bij ooraandoeningen 25

11. Middelen bij oogaandoeningen 26
11.1 Middelen bij glaucoom 26
11.2 Middelen bij ooginfecties 26
11.3 Middelen bij droge ogen 26

12. Middelen bij infecties 27
12.1 Antimicrobiële middelen 27
12.1.1. Penicillines 27
12.1.2. Cephalosporines 27
12.1.3. Tetracyclinen 28
12.1.4. Aminoglycosiden 28
12.1.5. Macroliden/lincomycinen 28
12.1.6. Chinolonen 28
12.1.7. Overige antimicrobiële middelen 28
12.2 Antivirale middelen 29
12.3 (systemische) antimycotica 29
12.4 Overige middelen 29

13. Hormonen en stofwisseling 30
13.1 Corticosteroïden 30
13.2 Middelen bij diabetes mellitus 30
13.2.1 Insulinen 30
13.3 Middelen bij schildklieraandoeningen 31
13.4 Overige hormonale middelen 32
13.5 Middelen ter voorkoming van een jichtaanval 32

14. Overige middelen 33
14.1 Vitamines en mineralen 33
14.2 Middelen bij allergische aandoeningen/immuunsuppressiva 34
14.2.1. Antihistaminica 34
14.2.2. Corticosteroïden 34
14.2.3. Immunosuppressiva 34
14.3 Diversen 34

Bijlagen: 35
1. Digitaliseren 35
2. carbamazepine (Tegretol®) insluipschema: 36
3. Pergolide (Permax®) insluipschema 37
4 Richtlijn ‘drogisterijmedicatie’ 38
5 Inhoud koffer medische dienst t.b.v. diensten 40

ALFABETISCHE WOORDENLIJST 42

1. Pijnbehandeling

1.1 Algemeen pijnbeleid:

Stap 1

Paracetamol tabl. 500 mg 4-6 dd 1 á 2, max. 4 g/dag
supp. 1000 mg 3-4 dd 1, max. 4 g/dag
NB: bij chronisch gebruik (=langer dan 4 weken) max. 2,5 gr per dag!

Diclofenac tabl. 25/50 mg 2-3 dd 1 á 2, max. 200 mg./dag
(VoltarenR) tabl. retard 100 mg 1 dd 1, max. 200 mg./dag
supp. 50/100 mg 2-3 dd 1 á 2, max. 200 mg./dag
amp. 25 mg/ml (3 ml) max. 2 dd 1 i.m., max. 200 mg./dag

Arthrotec® tabl. 50/75 mg diclofenac 2 dd 1
met 200 microgr. misoprostol
NB: is eerste keus; Alternatief: pantoprozol (1dd 40mg) toevoegen aan diclofenac.
diclofenac maximaal 200 mg per dag! misoprostol bij voorkeur max. 400 microgr. per dag.
Cave gastrointestinale bijwerkingen en nierfunctieverlies/vochtretentie

Ibuprofen tabl./drag. 200/400 mg 3-4 dd 1
(BrufenR) tabl. retard 800 mg 2 dd 1
supp. 500 mg 2-3 dd 1
bruis sach. 600 mg.
NB: maximaal 1600 mg per dag! Cave gastrointestinale bijwerkingen en nierfunctieverlies/ vochtretentie

Nabumeton tabl. 500 mg 1-2 dd 1
(MebutanR) disp. 1000 mg 1-2 dd 1
NB: maximaal 2000 mg per dag in 2 doses! Eerste dosis ante noctum. Cave gastrointestinale bijwerkingen en nierfunctieverlies/ vochtretentie

Stap 2

Toevoegen:
Tramadolcaps. 50 mg 3-4 dd 1 á 2, max. 400 mg.
(TramalR) caps. retard 100 mg 2 dd 1-2, max. 400 mg.
druppelvl.st. 100 mg/ml 3-4 dd 10 á 40 dr.
supp. 100 mg 2-4 dd 1
amp. 100 mg/ml (2 ml) 2-4 dd 1 á 2 ml (i.m./ i.v.)

NB: maximaal 400 mg per dag! In begin dosis langzaam ophogen. Cave misselijkheid en andere bijwerkingen.

Codeïne (vaste combinatie tabl. 10 mg (+500 mg P.) 4-6 dd 1 á 2
met paracetamol) tabl. 20 mg (+500 mg P.)
supp. 20 mg (+1000 mg P.) 3 dd 1

NB: maximaal 200 mg per dag! Eventueel daartoe los toedienen naast de paracetamol (anders overschrijding van maximale paracetamol dagdosering). Cave obstipatie en misselijkheid

Stap 3

Morfine slow release tabl.retard 10/15/30/100 mg 2-3 dd
(MS ContinR) NB: kan ook (korte tijd) rectaal gegeven worden!

Morfine immediate release tabl. 10 mg/20 mg. in principe 6 dd
(Sevredol®) supp. 10/20 mg 4-6 dd

Fentanyl cutaan pleister 25 µg/uur (‘25') 1 x per 2 á 3 dagen
(DurogesicR) 50 µg/uur (‘50')
75 µg/uur(‘75')
100µg/uur(‘100')

Stap 4

Morfine parenteraal amp. 10 mg/ml (1, 10 ml) (4-) 6 dd (s.c./i.m./i.v.)
amp. 20 mg/ml (1 ml)

NB: geen maximale dosis; let bij vertraagde afgifte op evt. escape-medicatie.

1.2 Specifieke pijnsyndromen

Neurogene/neuropathische pijn: konstant zeurend
(+ postherpetische pijn)

amitryptiline tabl. 10/25 mg 1 dd 1-3 a.n. (startdosis: 1 dd 10 mg)
(TryptizolR, SarotexR) geleidelijk ophogen tot gewenst effect

Neurogene/neuropathische pijn: schietend

carbamezepine tabl. 100/200 mg 2-3 dd 1 á 2
(TegretolR) susp. 20 mg/ml 2-3 dd 5 á 20 ml

NB: langzaam opbouwen in 2-4 weken. Maximale dosis ong. 800 mg.

Koliekpijn:

diclofe nac supp. 50/100 mg 1 x , zn herh.
(VoltarenR) amp. 25 mg/ml (3 ml) 1 x, zn herh., max. 2 dd 1 i.m.

2. Psychofarmaca

2.1 Antipsychotica

haloperidol tabl. 1/5 mg 1-2 dd 0,5 á 2
(HaldolR) druppelvl.st. 2 mg/ml 1-2 dd 1 á 20 gtt
amp. 5 mg/ml (1 ml) zn 0,5 á 1 amp. ( i.m.), evt. herhalen

haloperidoldecanoaat (depot) amp. 50 mg/ml (1, 3 ml) iedere 4 weken 10 x orale dagdosering diep
(HaldolR depot) i.m.

zuclopentixol tabl. 2 mg 1-2 dd 0,5 á 2
(CisordinolR) druppelvl.st. 20 mg/ml 1-2 dd 1 á 10 gtt

pipamperon tabl. 40 mg 1-2 dd 0,5 á 2
(DipiperonR) druppelvl.st. 40 mg/ml 1-2 dd 5 á 20 gtt

NB: de doseringen zijn richtlijnen; ‘start low, go slow ‘. In principe is meer dan 2 dd doseren niet nodig en over het algemeen zelfs schadelijk in verband met de toenemende kans op stapeling en bijwerkingen! Afbouwen na gebruik van langer dan 14 dagen in principe in 4 weken!

2.2 Antidepressiva

NB: - erste keus is een SSRI, bij citalopram mogelijk minder kans op interacties.
- indien TCA noodzakelijk/wenselijk is: eerste keus bij ouderen is nortryptiline (minder kans op bijwerkingen), echter is activerend. Indien sedatie gewenst is: amitryptiline. Bij gedragsstoornissen (mn bij psychogeriatrie-patienten, ook zonder depressief syndroom): trazodon.
citalopram tabl. 20 mg 1dd 0,5 á 2; starten met 0,5 mg
(CipramilR)

nortryptiline tabl. 10/25/50 mg 1 dd 1 á 2; bij voorkeur ante noctum,
(NortrilenR) beginnen met 10 mg.

trazodon tabl. 100 mg 1dd 1 á 3; ante noctum, beginnen met 0,5
(TrazolanR) tabl. a.n.; evt. 2 dd doseren;
indicatie: mn gedragsstoornissen.

2.3 Anxiolytica

oxazepam tabl. 10/50 mg 1-3 dd, dan wel zo nodig
(SerestaR)

diazepam tabl. 2/5/10 mg 1 dd, dan wel zo nodig
(StesolidR) rectiole 5/10 mg 1dd, dan wel zo nodig
amp. 10 mg=2 ml zo nodig, evt. herhalen

midazolam amp. 15 mg=3 ml 10-45 mg daags, bij voorkeur per continue
(DormicumR) infusie (s.c. of i.v.) in kader palliatieve zorg.

lorazepam amp. 4 mg=1 ml ½ amp. (=2 mg) i.m. bij hevige
(TemestaR) onrust/agitatie, zo nodig herhalen

2.4 Hypnotica

temazepam caps. 10/20 mg 1 dd, ante noctum; eerste keus
(NormisonR)

nitrazepam tabl. 5 mg 1dd ½-1, ante noctum; 2e lijnsmiddel
(MogadonR)

zopiclon tabl. 7,5 mg 1dd ½-1, ante noctum; 2e lijnsmiddel
(ImovaneR)

2.5 Overige psychofarmaca

lithiumcarbonaat tabl. 200/300/400 mg 1-3 dd, afh.van vorm, langzaam insluipen op
(CamcolitR, LitarexR geleide spiegel/nierfunctie.
PriadelR) Indicaties: 2e lijn antidepressivum en als gedragsmodulator.

lorazepam amp. 4 mg/ml 1/2 ampul i.m., zo nodig herhalen;
(TemestaR) evt. als co-medicatie bij haloperidol.

trazodon tabl. 100 mg zie onder ‘antidepressiva’ ;
(TrazolanR) Indicatie: gedragsproblemen, mn bij psychogeriatrische patienten

Middelen bij neurologische aandoeningen

3.1 Anti-epileptica

carbamazepine tabl. 100/200 mg 2-3 dd 1 á 2
(TegretolR) tabl.retard/CR 200/400 mg 1-2 dd 1 á 2
suspensie 20 mg/ml 2-3 dd 5 á 20 ml

fenytoïne tabl. 50/75/100 mg 1 dd 2-5 mg/kg (oha 200-400 mg/dag)
(DiphantoineR)

valproïnezuur tabl. 300/500 mg (‘enteric’) 2-3 dd 10-35 mg/kg (oha 900-2500 mg/dag)
(DepakineR) tabl.retard 300/500 mg (‘chrono’) 1-2 dd idem
siroop 40 mg/ml 2-3 dd 10-25 ml

clonazepam tabl. 0,5/2 mg 1 dd 0,5-10 mg ante noctum
(RivotrilR) druppels 2,5 mg/ml 1 dd 5-100 druppels (1 dr= 0,1 mg) a.n.
amp. 1mg=1ml z.n. 1 ampul bij insult; evt.herhalen

diazepam rectiole 5/10 mg z.n. 1 bij insult, evt. herhalen
(StesolidR) amp. 10 mg=2 ml zo nodig 1 amp. bij insult, evt. herhalen

NB: de nieuwere 2e lijnsmiddelen (bijv. oxcarbazepine=Trileptal®, vigabatrine=Sabril®, lamotrigine=Lamictal®) in overleg met/geïndiceerd door neuroloog.

3.2 Parkinsonmiddelen

amantadine caps. 100 mg 1-2 dd 1 á 2
(SymmetrelR) siroop 10 mg/ml 1-2 dd 10 á 20 ml

levodopa/benserazide caps./tabl. 62,5/125/250 mg 2-4 dd 1 á 4 caps./disp.
(MadoparR) caps.‘HBS’ 125 mg 2-4 dd 1 á 4 caps.

levodopa/carbidopa tabl. 62,5/125/275 mg 2-4 dd 1 á 4 tabl.
(SinemetR) tabl.‘CR’ 125/250 mg 2-4 dd 1 á 4 tabl.

pergolide tabl. 0,05/0,25 mg 1-3 dd 0,05-0,25 mg (volgens schema-zie
(PermaxR) bijlage)

selegiline tabl. 5 mg 1-2 dd 1
(EldeprylR)

trihexyfenidyl tabl.2/5 mg 2-4 dd 1
(ArtaneR)

clozapine tabl. 25 mg 1-2 dd 1-2; starten met 1 dd ¼-½ ante noctum
(LeponexR) indicatie: verwardheid/psychose/onrust/ agressie.
NB: controle leuco’s wekelijks gedurende 4 maanden, daarna maandelijks!

3.3 Vertigomiddelen

cinnarizine tabl. 25 mg 2-3 dd 1 á 2
(CinnipirineR)

betahistine tabl. 8/16 mg 3 dd 1 á 2
(BetasercR)

piracetam tabl. 1200 mg 2 dd 1
(NoötropilR)

3.4 Spierrelaxantia

baclofen tabl. 5/10/25 mg 3 dd 1 (insluipen)
(LioresalR)

tizanidine tabl. 2/4 mg 3-4 dd 1 (insluipen)
(SirdaludR) caps.retard (‘MR’) 6 mg 1 dd 1 á 2

clonazepam tabl. 0,5/2 mg 1 dd 1-2 ante noctum; langzaam opbouwen.
(RivotrilR)

2. Middelen bij bloedziekten

4.1 middelen bij anemie

ferrofumaraat tabl. 200 mg 3dd1
susp. 20 mg/ml 3dd 8 ml

hydroxocobalamine amp. 1000 mcg=2ml opladen met 5 á 10 amp. 1 x per 3 dagen i.m.
(HydrocobamineR) (min.interval); onderhoud: 1 amp per 2 mnd.

foliumzuur tabl. 0,5/5 mg in begin 0,5-1 mg per dag; later: 0,25-0,5 mg per dag; 1dd doseren. In principe gedurende een aantal maanden.

4.2 anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers

nadroparine w.w.sp. 0,3 ml=2850 IE D.V.T.: 85,5 IE/kg 2 dd s.c. ged. 7 á 10
(FraxiparinR) 0,4 ml=3800 IE dagen (in ieder geval tot acencoumarol goed
0,6 ml=5700 IE is ingesteld!);
0,8 ml=7600 IE Profylaxe: 1 dd 0,3 ml s.c.
Longembolie: zie bij DVT

acenocoumarol tabl. 1 mg opladen: 1e dag: 6 tabl.; 2e dag: 4; 3e dag: 2
(SintromR) tabl.; verder doseren volgens INR (1dd).

acetylsalicylzuur tabl. 30/80 mg cardiale indicatie: 1 dd 80 mg;
(AcetylR neuro/cardio) neurol. indicatie: 1 dd 30 á 80 mg;
Evt. opladen: eerste dag(en) 300 mg.
Indien niet nuchter innemen: altijd 80 mg!

4.3 Overige middelen

fytomenadion (vitamine K) drag. 10 mg profylaxe (overdosering OAC): 1-3 mg oraal
(KonakionR) vloeist. 10 mg/g (1 dr=0,33mg) lichte bloeding: 10 mg oraal/langzaam i.v.
amp. 10 mg/ml (1ml) ernstige bloeding: 10-20 mg langzaam i.v.
(NB: i.p. dan ook FFP/Stollingsfactoren i.v.!)

2. Middelen bij hart- en vaatziekten

5.1 Middelen bij hartfalen

furosemide tabl. 20/40 mg 1-2 dd 1-2
(LasixR /LasiletteR) amp. 40 mg=4 ml z.n. 1-3 amp. i.m./i.v.
dosis: afhankelijk van ernst en nierfunctie

bumetanide tabl. 1/2/5 mg 1-2 dd 1-2
(BurinexR) amp. 1/2/5 mg=2/4/10 ml z.n. 1 amp. i.m./i.v.
dosis: afhankelijk van ernst en nierfunctie

hydrochloorthiazide tabl. 25 mg 1 dd 0,5-2
(EsidrexR)

triamtereen/hydrochloorthiazide tabl. ‘50/25' mg 1 dd 1-2; combinatie met kaliumspaarder
(DytenzideR)

spironolacton tabl. 25/50 mg 1 dd 1-2
(AldactoneR)

digoxine tabl. 0,0625/0,125/0,25 mg 1 dd 1
(LanoxinR) amp. 0,5 mg= 2 ml z.n. 0,5-1 amp i.m./i.v. langzaam spuiten
(10-20 minuten) en liefst verdund!!

enalapril tabl.5/10/20 mg 1-2 dd 1-2
(RenitecR)

isorbidedinitraat tabl. 5/10/20/40 mg 3 dd 1 (laatste dosis: uiterlijk 18.00 uur)
(CedocardR, IsordilR) tabl. 5 mg: evt. sublinguaal voor snel effect
tabl. ‘Retard’ 10/20 mg 2 dd 1 (laatste dosis: uiterlijk 18.00 uur)
isorbide-5-mononitraat tabl. ‘Durette’ 30/60 mg 1 dd 1-2 (‘s ochtends)
(PromocardR)

nitroglycerine spray 0,4 mg/dosis zn 1 dosis onder de tong, zn herhalen
(NitrolingualR spray/NitrobaatR) tabl. 1 mg zn 1 tablet onder de tong, zn herhalen
(TransidermR nitro) pleister ‘5'/1d 1dd1 pleister zie ook blz. 12

5.2 Middelen bij hypertensie

hydrochloorthiazide tabl. 25 mg 1 dd 0,5-2
(EsidrexR)

triamtereen/hydrochloothiazide tabl. ‘50/25' mg 1 dd 1-2; combinatie met kaliumspaarder
(DytenzideR)

atenolol tabl. 25/50/100 mg 1-2 dd 1-2
(TenorminR)

metoprolol tabl. ‘ZOC’ 50/100/200 mg 1 dd 1
(SelokeenR)

nifedipine caps. 10 mg z.n 1 als snel effect nodig is, evt. doorbijten
(AdalatR) tabl. ‘OROS’ 30/60 mg 1 dd 1-2 (max. 120 mg daags)

enalapril tabl.5/10/20 mg 1-2 dd 1-2
(RenitecR)

5.3 Middelen bij angina pectoris

atenolol tabl. 25/50/100 mg 1-2 dd 1-2
(TenorminR)

metoprolol tabl. ‘ZOC’ 50/100/200 mg 1 dd 1
(SelokeenR)

nifedipine caps. 10 mg z.n 1 als snel effect nodig is, evt. doorbijten
(AdalatR) tabl. ‘OROS’ 30/60 mg 1 dd 1-2 (max. 120 mg daags)

diltiazem tabl. 60 mg 2-3 dd 1-2
(TildiemR) caps. ‘XR’ 200/300 mg 1 dd 1; bij voorkeur bij onderhoudstherapie

isorbidedinitraat tabl. 5/10/20 mg 3 dd 1 (laatste dosis: uiterlijk 18.00 uur)
tabl. 5 mg: evt. sublinguaal voor snel effect
tabl. ‘Retard’ 10/20 mg 2 dd 1 (laatste dosis: uiterlijk 18.00 uur)

isorbide-5-mononitraat tabl. ‘Durette’ 30/60 mg 1 dd 1-2 (‘s ochtends)

nitroglycerine spray 0,4 mg/dosis zn 1 dosis onder de tong, zn herhalen
NitrolingualRspray/NitrobaatR tabl. 1 mg zn 1 tablet onder de tong, zn herhalen
TransidermR nitro pleister ‘5'/’10' 1dd1 pleister

5.4 Middelen bij ritmestoornissen

digoxine tabl. 0,0625/0,125/0,25 mg 1 dd 1
(LanoxinR) amp. 0,5 mg= 2 ml z.n. 0,5-1 amp i.m./i.v. langzaam spuiten
(10-20 minuten) en liefst verdund!!

atropine amp. 0,5 mg/ml (1 ml) z.n. 1 amp. s.c./i.m./i.v.; evt. herhalen

sotalol tabl. 80 mg 2-3 dd 0,5-1
(SotacorR)

verapamil tabl. 40 mg 3-4 dd 1-2
(IsoptinR) tabl. ‘SR’ 240 mg 1 dd ½-1

2. Middelen bij maag- en darmziekten
6.1 Middelen bij peptische aandoeningen/klachten

algeldraat/magnesium-hydroxide suspensie 10 ml per dosis, max. 4 dd

(AntagelR)

ranitidine tabl./bruistabl. 300 mg 1dd 1
(ZantacR)

pantoprazol tabl. 2040 mg 1dd1
(PantozolR) amp. 40 mg 1dd1 i.v. bij noodzaak snelle zuurremming (bloeding) of via sonde bij onvermogen tot slikken.

cisapride tabl. 10/20 mg 3-4 dd 10 mg; 2 dd 20 mg
(PrepulsidR) susp. 1 mg/ml 3-4 dd 10 ml
NB: bijwerking aritmie

6.2 Spasmolytica (zie ook hoofdstuk 1.2 onder koliekpijn)

butylscopolamine amp. 20 mg/ml (2 ml) 1 x, zn herh., max. 3 dd 1
(BuscopanR)

diclofe nac supp. 50/100 mg 1 x , zn herh.
(VoltarenR) amp. 25 mg/ml (3 ml) 1 x, zn herh., max. 2 dd 1 i.m.

6.3 Anti-emetica

domperidon tabl. 10 mg 3-4 dd 1 ; bij voorkeur 15-30 minuten voor
(MotiliumR) het eten en evt. voor het slapen gaan.
susp. 1 mg/ml 3-4 dd 10 ml
supp. 60 mg 2-3 dd 1

metoclopramide tabl. 10 mg 3-4 dd 1 ; bij voorkeur 15-30 minuten voor
(PrimperanR) het eten en evt. voor het slapen gaan.
drank 1 mg/ml 3-4 dd 10 ml
supp. 20 mg 2-3 dd 1
+ inj. vloeistof

ondansetron tabl. 4/8 mg zn 1-3 dd 1 ; afh. van indicatie
(ZofranR) amp. 2 mg/ml= 2 ml zn. 1-3 dd 4-8 mg ; afh. van indicatie
supp. 16 mg zn 1 dd 1

haloperidol tabl. 1 mg zn 2-3 dd 0,5-1
(HaldolR) amp. 5 mg/ml=1 ml zn 1-3 dd 0,25-0,5 i.v./i.m.

dexamethason tabl. 0,5/1,5 mg zn 1-3 dd 1-2
(DecadronR) amp. 5 mg/ml=1 ml zn 1-3 dd 0,25-0,5 i.v./i.m.
NB: altijd als co-medicatie bij ander anti-emeticum (bijv. metoclopramide of ondansetron)

6.4 Anti-diarrhoica

loperamide caps. 2 mg eerst 2 caps, daarna zn 1 caps á 2 uur; max.
(ImodiumR) 16 mg/dag.
drank 0,2 mg/ml eerst 20 ml, daarna zn 10 ml á 2 uur; max.
80 ml/dag.

rehydratievloeistof sach.’Orange’(oplossen 20 ml/kg lichaamsgewicht per 1-2 uur tot
(OriselR, DioralyteR, in 200 ml water) rehydratie bereikt wordt
CareplusR ORS)

6.5 Laxantia

lactulose sachets 12 gram 1-3 dd 1 sachets
(LegendalR) stroop 0,5 g/g 1-2 dd 30 ml.

magnesiumoxide tabl. 500 mg 2-5 gram per dag, ineens of verdeeld over de
(Magnesium hydroxide) dag.

magnesiumsulfaat poeder 10-30 gram poeder in lauw glas water bij
potjes van 10 gram opstaan of vlak voor de nacht.

bisacodyl tabl. 5 mg 5- 10 mg, max. 1 dd ‘s avonds
(DulcolaxR) supp. 10 mg max. 1 dd, bij voorkeur ‘s ochtends vroeg.

psyllium sach. 1-3 dd 1 sachet oplossen in glas water.
(MetamucilR/VolcolonR)

natriumdocusaat/glycerol tube 10 gram zn 1; evt. zelfde of volgende dag herhalen.
(NorgalaxR)

natriumfosfaat klysma 120 ml zn 1
(Practo ClyssR)

sennosiden stroop 2 mg/ml zn 10-20 ml per dag
(XPraepR)

2. Middelen bij aandoeningen van de luchtwegen

7.1 Middelen bij hoesten

mixtura resolvens FNA drank 3-4 dd 15 ml

noscapinestroop stroop 1mg/ml 3-4 dd 15 ml

codeïnefosfaat tabl. 10 mg 1-4 dd 1 á 2

acetylcysteïne bruistabl. 600 mg 1dd 1; kan ook als onderhoudstherapie bij
(FluimucilR) COPD.

7.2 Middelen bij C.O.P.D. en asthma bronchiale

NB: -wanneer een voorzetkamer gebruikt wordt gaat de voorkeur uit naar een Aerochamber®.
-bij inhalatietherapie met meerder middelen: als eerste het 2-mimeticum geven.
-met de voorzetkamer: 1 puff per keer geven.

salbutamol tabl. 2 mg 3-4 dd 1 á 2
(VentolinR) dosisaerosol 100+200 mcg/puff 4-6 dd 1 á 2 puffs
nebules 1 mg/ml + vol. = 2,5ml 4-6 dd 1 nebule
amp. 0,5 mg= 1 ml 0,5 mg s.c./i.m. , zn herhalen
inhal. vloeistof 5 mg/ml 30 ml.

salmeterol dosisaerosol 50 mcg/puff 2 dd 1 puff
(SereventR)

terbutaline tabl. retard 5 mg 1-2 dd 1 ; mn ante noctum bij nachtelijke
(BricanylR) dyspneu.

theofylline tabl. retard 200/300 mg 2 dd 1 ; NB: bloedspiegelbepalingen doen
(Theolin retardR) (optimaal: 10 mg/l)

ipratropium dosisaerosol 20 mcg/puff 3-4 dd 1 á 2 puffs
(AtroventR) unit dose 500 mcg/ml= 2 ml 3-4 dd 250-500 mg.
250 mcg/ml = 2 ml.

ipratropium/salbutamol unit dose resp. 3-4 dd 1 unit dose
(CombiventR) 500 mcg/2,5 mg

budesonide dosisaerosol 200 mcg/puff 2-3 dd 1 á 2 puffs
(PulmicortR) respule 250 mcg/ml= 2 ml 2 dd 1 respule

fluticason dosisaerosol 125 mcg/puff 2 dd 1 á 2 puffs
(FlixotideR) R.D. 250 / 500

acetylcysteïne inhalatievloeistof 400 mg=4ml 3-4 dd 4 á 10 ml
(FluimucilR)

prednis(ol)on tabl. 5/20/30 mg 1 dd 30 mg gedurende 10-14 dagen; cave hyperglycemie! Niet afbouwen.
amp. 25 mg= 1 ml 1 dd 1 á 2 ml; zolang orale inname niet goed mogelijk is.
NB: bij decompensatio cordis: liever dexamethason gebruiken (minder vochtretentie).

Middelen bij urogenitale stoornissen
8.1 Middelen bij urine-incontinentie

oxybutynine siroop 1 mg/ml 3 dd 2,5-5 ml
(DridaseR) tablet 5 mg. max. 20 mg./dag

tolterodine tabl. 2 mg 2 dd 1
(DetrusitolR) bij leverfiestoornissen 2dd1/2 heel doorslikken

distigmine tabl. 5 mg 1 dd 1 (½ uur vóór of 2-3 uur na maaltijd)
(UbretidR) evt. afbouwen tot 2-3 x per week

8.2 Middelen bij prostaataandoeningen

tamsulosine caps. (geregul.afgifte) 0,4 mg 1 dd 1 (na het ontbijt)
(OmnicR) heel doorslikken in staande of zittende houding

8.3 Middelen bij vaginale aandoeningen

estriol tabl. 1/2 mg 1 dd 1-2, indicatie: mictieklachten en/of
(SynapauseR E3) chronisch/recidiverende infecties obv atrofische vaginitis wanneer locale therapie niet uitkomt; in eerste weken 4 mg per dag.
vaginaal ovule 0,5 mg 1 dd 1 gedurende 2 weken; dan naar
créme 1 mg/g onderhoudsdosis van 2 x per week

miconazol vaginale créme 20 mg/g 5 g met applicator aanbrengen gedurende 2
(DaktarinR) weken;
vaginale capsule 400/1200 mg 1200 mg éénmalig c.q. 400 mg gedurende 3 dagen diep vaginaal aanbrengen

metronidazol tabl. 250/500 mg 3 dd 1-2; afh. van indicatie.
(FlagylR) ovule 500 mg 1 dd 1 gedurende 10 dagen diep in de vagina aanbrengen
2. Middelen bij huidaandoeningen

9.1 Indifferente middelen

cetomacrogol créme FNA naar behoefte dun aanbrengen

vaseline/cetomacrogol créme FNA naar behoefte dun aanbrengen

leniens (koelzalf) FNA naar behoefte dun aanbrengen

zinkoxidesmeersel (zinkolie) FNA naar behoefte dun aanbrengen

vaseline/paraffine zalf FNA naar behoefte dun aanbrengen

9.2 Lokale corticosteroïden

klasse 1:
hydrocortison FNA créme 1% 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen
zalf 1% 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen

klasse 2:
triamcinolonacetonide FNA créme 0,1% 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen
zalf 0,1 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen

klasse 3:
betamethasonvaleraat créme 0,1 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk
(BetnelanR) afbouwen
(CelestodermR) zalf 0,1 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen
huidemulsie 0,1 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen
klasse 4:
clobetasol créme 0,05 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk
(DermovateR) afbouwen
zalf 0,05 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen
combinaties met antimycotica en/of antibiotica:
hydrocortison /miconazol créme 1_2 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk
(DaktacortR) afbouwen

triamcinolon/gramicidine/ créme (diverse %) 2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk afbouwen
nystatine/neomycine
(MycologR)

9.3 Middelen bij schimmel-/gistinfecties (zie ook 9.2)

miconazol créme 2 % 1-2 dd dun aanbrengen; zo mogelijk
(DaktarinR) afbouwen

ketoconazol hoofdgel 2% 1 dd inmasseren; zo mogelijk afbouwen
(NizoralR)

9.4 Middelen bij wondbehandeling en desinfectantia

hypochloriet smeersel 2 dd gedrenkt gaas in wond; huid rondom
(“Eusol”) goed beschermen met zinkolie!
Nooit langer dan 2-3 weken gebruiken!

desoxyribonuclease/ oleogel 2 dd aanbrengen; niet bij droge necrose
fibrinolysine (ElaseR) gebruiken, indien mogelijk eerst necrotomie.

fusidinezuur zalf/créme 2% 3 dd dun aanbrengen; in principe alleen bij
(FucidinR) primaire huidinfecties (bijv. impetigo), werkzaam bij stafylo- en streptococcen.

zilversulfadiazine créme 1% 1-2 dd dun aanbrengen; breedspectrum
(FlammazineR) antimicrobieel middel

povidonjood zalf 100 mg/ml 1-3 dd aanbrengen, afh. van indicatie.
(BetadineR) zalfverband 100 mg/ml
scrub 75 mg/ml
oplossing 100 mg/ml

9.5 Overige Middelen bij huidaandoeningen

lindaan smeersel 1% FNA aanbrengen op gehele lichaam tot aan
(scabies) kaakrand en 12 uur laten inwerken.

salicylzuur zalf 10 % 1 dd onder occlusie aanbrengen
(keratolyticum)

lidocaïne zalf 3% FNA 2 dd en na iedere ontlasting aanbrengen; bij
(cremor vaseline lidocaïne) (hemorroïden) voorkeur niet langer dan 2 weken

calcipotriol zalf 0,5% 2 dd dun aanbrengen; maximaal 100 gram
(DaivonexR) per week gebruiken!
(psoriasis)

permetrine lotion 10 mg/g inbrengen op vochtig haar (na wassen met
(pediculose) gewone shampoo), ook achter oren en in de
(LoxazolR) nek; 10 minuten inwerken dan spoelen en drogen. Zo nodig na 7-14 dagen herhalen.

Lidocaine-Levomenthol gel gel 2% naar behoefte aanbrengen
(jeuk)

Cavilon® spray in principe 1 x per 3 dagen aanbrengen

2. Middelen bij keel-, neus- en ooraandoeningen

10.1 Middelen bij mond- en keelaandoeningen

nystatine suspensie 100.000 IE/ml 4 dd 5 ml; NB minder werkzaam dan miconazol, maar minder interakties en geen resorptie in darm. NB: suikerbelasting > 9 gram per dag!
miconazol orale gel 20 mg/g 4 dd 1 maatlepel; cave interakties! (contra-
(DaktarinR) indicatie: orale anticoagulantia)

chloorhexidine mondspoeling 2 mg/ml 2-3 dd met 10 ml de mond grondig spoelen (1-2 min), dan uitspugen.

10.2 Middelen bij neusaandoeningen

xylometazoline spray 1 mg/ml (0,1%) 2-4 dd 1 spray in ieder neusgat;
bij hardnekkige neusbloeding: doordrenkt gaas maximaal 1 uur in neusgat

beclomethason spray 50 mcg/dosis 200 mcg in ieder neusgat in 2-4 doses;
(BeconaseR) geleidelijk verminderen tot 50 mcg 2 dd in ieder neusgat.

10.3 Middelen bij ooraandoeningen

azijnzuur zure oordruppels FNA na reiniging regelmatig druppelen of aanbrengen op gaas/tampon (24-48 uur laten zitten)
azijnzuur/triamcinolon- zure oordruppels met na reiniging regelmatig druppelen of
acetonide TCA 0,1% aanbrengen op gaas/tampon (24 uur laten zitten); later evt. 2-4 dd 1-2 druppels.

polymyxine B/trimethoprim oogdruppels 1 mg/ml na reiniging 3 druppels iedere 2-3 uur
(PolytrimR)

dexamethason/framycetine/ oordruppels na reiniging 2-3 druppels 3-4 dd; op geleide
gramicidine (Sofradex®) beeld dosering verminderen.
2. Middelen bij oogaandoeningen

11.1 Middelen bij glaucoom

timolol(maleaat) oogdruppels XE 1 dd 1 druppel
(TimoptolR XE) 2,5 mg/ml (0,25%)
5 mg/ml (0,5%)

latanoprost oogdruppels 50 microgr/ml 1 dd 1 druppel bij voorkeur ante noctum
(XalatanR) (0,005%) 2e lijnsmiddel


11.2 Middelen bij ooginfecties

fusidinezuur ooggel 1% 1 ‘druppel’ 2-4 dd
(FucithalmicR) Eerste keuze middel.

polymyxine B/trimethoprim oogdruppels 10.000 IE/1 mg 1-2 druppels 4 dd
(PolytrimR) oogzalf 10.000 IE/5 mg kleine hoeveelheid (1 cm) 2-3 dd

dexamethason/gentamycine oogdruppels 1/3 mg/ml 1-2 druppels 4-6 dd
(dr=DexagentaR) oogzalf 0,3/3 mg/gr 0,5 cm 2-3 dd
(zalf=DexamytrexR)

11.3 Middelen bij droge ogen

dextran 70/ hypromellose oogdruppels naar behoefte 1-2 druppels per keer.
(DuratearsR)

carbomeer ooggel 2 mg/g naar behoefte 1-2 druppels per keer.
(VidisicR)


2. Middelen bij infecties

12.1 Antimicrobiële middelen

12.1.1. Penicillines
feneticilline caps 250 mg 3 dd 1 bij voorkeur op lege maag. evt.
(BroxilR) verdubbelen

flucloxacilline caps. 500 mg 3dd 1 ged. 10 dagen ernstige inf.: ver-
(FloxapenR) dubbelen

benzathinebenzylpenicilline amp. 1,2 milj.IE (+solv.4 ml) 1 amp. per 4-8 weken
(PeniduralR)

amoxicilline caps. 375/500 mg niet ernstige ernstige/recidiv.
(ClamoxylR) solutab 500/375 mg 500-750 2x daags 750-1000 mg. 3xd
(FlemoxinR) suspensie 50 mg/ml 375-500 3 x daags
amp. 500/1000 mg 2-4 dd 1 i.m./i.v.

amoxicilline/clavulaanzuur tabl.500/125 mg 3 dd 1
(AugmentinR) drank 625 mg=10 ml 3 dd 10 ml
amp. 1000/200 mg. 3 dd 1 i.v. ernstige inf. 2000/200 per infuus elke 8 uur inlooptijd max. 30 min.

12.1.2. Cephalosporines
cefuroximaxetil tabl. 250/500 mg 2 dd 1
(ZinnatR) susp. 25 mg/ml 2 dd 10-20 ml

ceftriaxon amp. 1000 mg 1 dd 1(-2) i.m./i.v.
(RocephinR) zonodig verhogen tot 4 gr/dag (NB: verschillende ampul: bij i.m. toediening met locaal anestheticum) > 75 jaar dosering halveren

12.1.3. Tetracyclinen
doxycycline tabl. 100 mg 1 dd 1; 1e dag: 2 tabl.
(DumoxinR, Vibra-SR, ged. 7 dagen. heel innemen met
VibramycineR, DagracyclineR) voldoende water/melk in staande of zittende positie, niet vlak voor slapen gaan.

12.1.4. Aminoglycosiden
gentamycine amp. 80 mg=2 ml dosering afh. van gewicht en nierfunctie! 1 mg./kg lichaamsgewicht iedere 8 uur, bij levensbereiding 5 mg./kg/dag in 2-4 doses. Infuus inlooptijd 1/2-1 uur: 7-10 dagen behandelen

12.1.5. Macroliden/lincomycinen
azitromycine tabl. 500 mg 1 dd 1 gedurende 3, maximaal 5 dagen
(ZithromaxR) susp. 40 mg/ml 1 dd 12-15 ml ged. 3, maximaal 5 dagen

clindamycine caps. 150/300 mg 4 dd 1
(Dalacin CR)

12.1.6. Chinolonen
ciprofloxacine tabl. 250/500 mg 2 dd 1 (of 750 mg. 2dd bij hogere ....)
(CiproxinR) susp. 50 mg/ml 2 dd 5-10 ml

ofloxacine tabl. 400 mg 1-2 dd 1
(TarividR)

12.1.7. Overige antimicrobiële middelen
trimethoprim tabl. 100/300 mg 1 dd 1 a.n.
(MonotrimR, WellcoprimR)

co-trimoxazol tabl. ‘Forte’ 960 mg 2 dd 1
(BactrimelR, SulfotrimR)

vancomycine caps. 250 mg 4 dd 1-2 (oraal: bij pseudomembraneuze
(VancocinR) colitis)
metronidazol tabl. 250/500 mg 3 dd 1-2; afh. van indicatie.
(FlagylR)

nitrofurantoïne caps. 100 mg 2 dd 1 gedurende 3-5 dagen
(FurabidR, FuradantineR) (gereguleerde afgifte Furabid®)

12.2 Antivirale middelen

NB: in dit formularium worden de anti-retrovirale middelen niet benoemd. Het voorschrijven is voorbehouden aan AIDS-specialisten en komt sporadisch voor.

famciclovir tabl. 500 mg 3 dd 1 gedurende 7 dagen; dosiscorrectie bij
(FamvirR) (125 mg.) nierfunctiestoornis!
Indicatie: ernstige Herpes Zoster te beginnen binnen 48 uur. Voordeel tov aciclovir: lagere doseringsfrequentie.

12.3 (systemische) antimycotica (locaal: zie 9.3.; zie ook 10.1.)

itraconazol caps. 100 mg afh. van indicatie
(TrisporalR, SporanoxR)

nystatine susp. 100.000 E/ml 4 dd 4-6 ml

miconazol orale gel 20 mg/g 4 dd ½-1 maatlepel (= 5 ml)
(DaktarinR)

12.4 Overige middelen

mebendazol tabl. 100 mg afh. van indicatie.
(VermoxR)

metronidazol tabl. 250/500 mg afh. van indicatie; zie ook bij antimicrobiële middelen.

2. Hormonen en stofwisseling

13.1 Corticosteroïden

prednis(ol)on tabl. 5 mg 1-2 dd afh.van indicatie/lich.gewicht
caps./tabl. 30 mg 1-2 dd afh.van indicatie/lich.gewicht
(Di-adreson-F-aqR) amp. 25 mg 1-2 dd i.v./i.m./s.c. afh. van indicatie, in
principe kortdurend.

dexamethason tabl. 0,5/1,5 mg 2-4 dd afh.van indicatie/lich.gewicht
(DecadronR, OradexonR) amp. 5 mg/ml=1 ml 2-4 dd afh.van indicatie/lich.gewich, in principe kortdurend.

13.2 Middelen bij diabetes mellitus

13.2.1 Insulinen

Kortwerkend insuline Novolet pen 300 IE variabel
(Actrapid®)

Middellangwerkend insuline Novolet pen 300 IE variabel
(Insulatard®)

Mengsels van kort- en middel Novolet pen 300 IE variabel
langwerkend insuline
(Mixtard®‘30/70')

13.2.2 Orale antidiabetica

tolbutamide tabl. 500/1000 mg begindosering: 1 dd 500 mg vóór of tijdens
(RastinonR) het ontbijt; zn geleidelijk op te hogen tot maximaal 2 gram per dag.

gliclazide tabl. gereguleerde afgifte 80 mg 1 dd 1 ; zn geleidelijk op te hogen tot 3 dd 1
(DiamicronR) tijdens de maaltijden.

glimepiride tabl. 1/2/3/4 mg 1 mg per dag; zn geleidelijk op te hogen tot
(AmarylR) maximaal 6 mg per dag; in principe in 1 dosis vóór of tijdens het ontbijt of de eerste volledige maaltijd

metformine tabl. 500/850 mg 2-3 dd 500 mg; maximaal 3 dd 1000 mg
(GlucophageR) (cave nierfunctiestoornis!); 2 dd 850 mg, maximaal 3 dd.

13.2.3 Bloedglucoseverhogende middelen

glucagon wegwerpspuit 1 mg 1 mg diep i.m. of i.v.; zn 1 x herhalen; denk

glucose inj. vl. 10 ml. 400 mg=1 ml.

13.3 Middelen bij schildklieraandoeningen

13.3.1 Thyreomimetica

levothyroxine Duotab 25/100/150 microgram 1 dd (half uur voor het ontbijt) optimale
(ThyraxR) dosering geven (meestal 100-125 mcg); bij intiële behandeling hypothyreoïdie: beginnen met 50 mcg, iedere 2 weken op te hogen tot de optimale dosis; NB: bij ouderen met lang bestaande hypothyreoïdie, met name met hart/vaatlijden, beginnen met 12,5-25 mcg en daarmee op hogen per 2 weken.

13.3.2 Thyreostatica

thiamazol tabl. 10/30 mg 1 dd 30 mg; in begin 2-3 daags, na 1-2
(StrumazolR) maanden 1 dd; bij combinatietherapie met levothyroxine meestal 30 mg daags nodig (bepalen op geleide bloedonderzoek)

13.4 Overige hormonale middelen

Etidroninezuur/ tabl. ‘Didronel’ 400 mg en 1 dd 1 ged. 14 dagen, vervolgens:
calciumcarbonaat tabl. Calciumcarb. 500 mg 1 dd 1 ged. resterend 76 dagen (cyclus 3
(DidrokitR) mnd)

Colecalciferol (vitamine D3) tabl. 400 IE 1 dd 1 (onderhoud/profylaxe)
(DevaronR, Neo DohyfralR)

Calciumcarbonaat bruistabl. 500 mg 1 dd 1-2, bij voorkeur a.n.
(CacitR, CalcichewR, Calcium SandozR)

Estriol tabl. 1/2 mg 1 dd 1-2, indicatie: atrofische vaginitis
(SynapauseR E3) wanneer locale therapie niet uitkomt; in eerste weken 4 mg per dag.
vaginaal ovule 0,5 mg 1 dd 1 gedurende 2 weken; dan naar
créme 1 mg/g onderhoudsdosis van 2 x per week

13.5 Middelen ter voorkoming van een jichtaanval

Allopurinol tabl. 100/300 mg 1 dd 100-300 mg; bij nierinsufficiëntie dosis-
aanpassing nodig (klaring 10-20 ml/min: 100-200 mg; klaring <10: 100 mg)
NB: asymptomatische hyperurikemie door bijv. diuretica zijn geen indicatie!

2. Overige middelen

14.1 Vitamines en mineralen

pyridoxine (B6) tabl. 50 mg 1 dd 1-2

thiamine (B1) tabl. 25 mg 1 dd 1 (bij ernstige deficiënties tot 100 mg/dag)

ascorbinezuur (C) tabl. 50/500 mg profylactisch: 50-100 mg/dag (dagelijks aanbevolen hoeveelheid: 70 mg, wordt waarsch. 100 mg); therapeutisch: 500 mg/dag (max. 1 gr/dag); NB: niet werkzaam genoeg voor aanzuren urine!
colecalciferol (D3) zie 13.4

hydroxocobalamine (B12) zie 4.1

foliumzuur zie 4.1

fytomenadion (K) zie 4.3

vitamine B complex tabl. 1-3 dd 1-2 tabl. 1 dd 1-2 afhankelijk van indicatie.

multivitamine/mineralen dragee 1 dd 1
(DagravitR totaal 30)

kaliumchloride tabl.gereguleerde afgifte 2-3 dd 1-2 afhankelijk van oorzaak/ernst
600 mg (=314 mg K) hypokaliëmie
drank 75 mg/ml (=39 mg K) 2-3 dd 10-20 ml

14.2 Middelen bij allergische aandoeningen/immuunsuppressiva

14.2.1. Antihistaminica
cetirizine tabl. 10 mg 1 dd 1 ante noctum; evt. 2 dd ½
(ZyrtecR) drank 1 mg/ml 1 dd 10 ml ante noctum; evt. 2 dd 5 ml
in principe ‘niet-sederend’ (relatief!)

clemastine tabl. 1 mg 2 dd 1, max. 6 mg. /24 uur
(TavegilR) amp. 1 mg/ml= 2 ml 2 mg ineens i.m./ i.v. (zie ook 14...)
in principe ‘sederend’ (soms meer gewenst, bijv. bij nachtelijke jeuk/krabben)

14.2.2. Corticosteroïden : zie terug 13.1, blz. 28

14.2.3. Immunosuppressiva

azathioprine tabl. 50 mg begindosering: 1-3 mg/kg per dag afhankelijk
(ImuranR) van indicatie; controle bloedbeeld / leverenzymen! cave infectiegevoeligheid; bij effect dosering geleidelijk verminderen tot laagst werkzame dosis (bijv. 0,5 mg/kg/dag)
Over het algemeen op indicatie specialist.
14.3 Diversen

natriumpolystyreensulfonaat poeder 999,34 mg/g 15 gram 1-4 dd
(ResoniumR A) clysma (30 g in 100 ml 1 clysma 1-3 dd
2%-methylcelluloseopl.) Evt. afhankelijk van klinisch beeld zowel oraal als rectaal.
Cave te snelle serumkaliumdaling (met name bij langer bestaande ernstige hyperkaliëmie)

naloxon amp. 0,4 mg/ml= 1 ml 0,4 mg i.v. ; zn herhalen
(NarcanR)

geactiveerde kool granulaat voor suspensie 50 g 50-100 gram bij intoxicatie
(NoritR) Diarree is geen indicatie!

Bijlagen:
1. Digitaliseren :

Standaard 0,25 mg 1dd 1.
Regel van Birkenhäger: (0,25= 4/16 mg)
1/16 mg van de dosis af indien:
-leeftijd > 70 jaar
-gewicht < 70 kg
-kreatinine > 100 mmol/l
NB: dit is voorzichtig, in de praktijk blijkt dan vaak onderdosering.

Normale/langzame digitalisatie:
-óf 1dd 2x onderhoudsdosis gedurende 1 week
-óf 0,5 mg oraal; na 8 uur: 0,25 mg etc. tot je 1,5 mg hebt gegeven in 24 uur. Dan de onderhoudsdosis
-óf 1e dag 0,5 mg, 2e dag 0,5 mg, 3e dag 0,25 mg, dan onderhoudsdosis.

Snelle digitalisatie:
{bijv. asthma cardiale met/op basis van atriumfibrilleren met hoge ventrikelrespons}:
- 0,5 mg oraal/i.v. (evt. i.m.), dan 2 á 3 x 0,25 mg á 4-8 uur. Na 24 uur de onderhoudsdosis.

Controles:
Na ongeveer 1 week onderhoudsdosis spiegel bepalen. Het beste is: 6-8 uur na de laatste dosis.
Cave serumkaliumgehalte (controleren!): digoxine is toxischer bij laag serumkalium (<3,5 mM)
Regelmatige serumkreatininecontrole ook van belang (stabiele situatie: bijv. á 2 maanden)
Zeker de eerste weken: polscontrole dagelijks en letten op bijwerkingen (maag-darmklachten, duizeligheid, visusklachten of neurologische symptomen).

2. carbamazepine (Tegretol®) insluipschema:

Bij ouderen: tabl. 100mg (anders: 200mg)
Langzaam insluipen. Bij klachten als misselijkheid, ataxie, vermoeidheid, sufheid, slechter lopen, evt. stapje terug of langzamer ophogen.
Pas op voor allergische reaktie! Dan stoppen
1 x per week: controle hematologie (incl.trombo’s), Na, Kreat en leverenzymen tot na 4 weken; Daarna (indien niet afwijkend) nog ca. 3 x : 1 x per maand (dan: stoppen of evt. 1 x per 2 mnd).
Bij overzetten: evt. overzetten op valproïnezuur (Depakine): langzaam opbouwen naar 3 x 300 mg, te beginnen 2 dagen na het stoppen van de carbamazepine.
Schema:
Dag: 8.00 uur 12.00 uur 22.00 uur
1 - - ½
2 - - ½
3 - - ½
4 ½ - ½
5 ½ - ½
6 ½ - ½
7 ½ ½ ½
8 ½ ½ ½
9 ½ ½ ½
10 ½ ½ ½
11 ½ ½ ½
12 ½ ½ ½
13 ½ ½ 1
14 ½ ½ 1
15 ½ ½ 1
16 ½ ½ 1
17 1 ½ 1
18 1 ½ 1
19 1 ½ 1
20 1 ½ 1
21 1 ½ 1
22 1 1 1
> 22 etc. etc. etc.

3. Pergolide (Permax®) insluipschema :

start met tabletten van 0,05 mg

ophogen volgens onderstaand schema; goed letten op bijwerkingen, zn langzamer opbouwen

in principe kan na ongeveer een week een L-dopa preparaat langzaam worden afgebouwd naar een lagere dosis (indien daar een indicatie voor is).

eventuele bijwerkingen:

gastrointestinaal: verminderde eetlust, misselijkheid, braken, diarree/obstipatie
neurologisch: dystonieën, verwardheid/psychose, slapeloosheid/nachtmerries, duizeligheid
overig: orthostatische hypotensie (valgevaar!), aritmieën, pijn op de borst/AP, droge mond.
Schema:
Dag: 8.00 uur 12.00 uur 18.00 uur
1 + 2 - - 1
3 t/m 7 1 1 1
8 t/m 10 1 1 2
11 t/m 13 2 1 2
14 t/m 16 2 2 2
17 t/m 19 2 2 3
20 t/m 22 3 2 3
23 t/m 25 3 3 3
26 t/m 28 3 3 4
29 t/m 31 4 3 4
32 t/m 34 4 4 4
35 t/m 37 4 4 5
38 t/m 40 5 4 5
vanaf dag 41:
3 maal daags 1 tablet van 0,25 mg! 1 1 1

4 Richtlijn ‘drogisterijmedicatie’

Definiëring:

Drogisterijmedicatie = medicatie in eerste instantie door de verantwoordelijk verpleegkundige (avond/nacht/weekendhoofd) zonder tussenkomst van de arts aan de patient te verstrekken.

Het gaat hierbij om een beperkt pakket aan medicijnen.

Randvoorwaarden:
de betrokken verpleegkundige is voldoende terzake deskundig om het verstrekken van ondergenoemde medicatie te beoordelen. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de betrokken verpleegkundige dat de medicatie in eerste instantie zonder tussenkomst van de arts wordt gegeven.
de periode waarin de medicatie wordt verstrekt zonder tussenkomst van de arts dient zo kort mogelijk te zijn en nooit langer te zijn dan 24 uur.
het betreft alleen onderstaande medicatie voor de genoemde indicaties en in de genoemde doseringen.
richtlijn betreft zowel de verpleeghuizen als de verzorgingshuizen van de ZCW.
bij twijfel: altijd arts raadplegen!

Medicatielijst:
Naam: Indicatie: Maximale dosering:
Paracetamol 1. Lichte tot matige pijn;
2. Lichte tot matige koorts met klachten door de koorts;
NB: t.a.v. de koorts is de oorzaak bekend c.q. wordt behandeld of een onschuldige oorzaak wordt verondersteld (b.v. bovenste luchtweginfectie) Tabletten: max. 4 dd 500 mg
Zetpillen: max. 4 dd 1000 mg
Regla PH;
Susp.antacida FNA;
Antagel 1. Zuurbranden;
2. Pijn bovenbuik, waarbij andere (ernstige) oorzaken al zijn uitgesloten/onderzocht door een arts. Suspensie: max. 4 dd 15 cc
Thijmsiroop Hoesten Siroop: max. 4 dd 15 cc
Lactulose Obstipatie zonder alarmsymptomen
(bijv. hoge koorts, buikpijn, braken) Siroop: max. 2dd 30 cc
Microlax;
Norgalax Obstipatie zonder alarmsymptomen
(bijv. hoge koorts, buikpijn, braken) Microclysma: max. 2 keer.

NB: de zelfstandige beoordeling tot het verstrekken van medicatie betekent wel (als bij ‘zo nodig’- opdrachten) dat degene die beoordeelt (i.c. de betreffende verpleegkundige) een zekere deskundigheid moet hebben op het terrein van bijvoorbeeld pijnbeleving, misselijkheid, enzovoort. Men zal enigzins in staat moeten zijn ernstige oorzaken te kunnen uitsluiten.

5 Inhoud koffer medische dienst t.b.v. diensten :
Materialen:
-1 stuwband
-injectiespuiten á 2ml, á 5 ml en á 10 ml
-naalden groen en oranje
-desinfectans (disposable Conn-Zellin)
-venflonnaalden groen/wit
-vleugelnaalden Terumo
-1 infuussysteem
-1 infuuszak NaCl 0,9% 500 cc
-1 infuuszak Glucose 5% 100 cc
-5 NaCl 0,9% kleine flesjes (10ml)
-1 hechtset steriel, incl. min. 2 ampullen lidocaïne 1%
-hechtmateriaal: catgut/terylene 4/0 en 5/0 (2 elk)
-bloeddrukmeter
-1 urinecatheter voor eenmalig gebruik + inbrengmateriaal
-gazen klein en groot (10 elk)
-1 verbandschaar

Medicatie:
* ampullen:
adrenaline 1mg 1x
atropine 0,5mg 2x
bumetanide 2mg=4ml 2x
butylscopolamine 20mg 1x
clemastine 1mg 1x
clonazepam 1mg 1x
dexamethason 5mg 1x
diazepam 10mg 3x
digoxine 0,5mg 1x
dormicum 15 mg 1x
furosemide 40 mg 2x
glucose 40% 10ml 2x
haloperidol 5mg 2x
morfine 10mg 2x
morfine 20mg 2x
konakion 10mg 1x
salbutamol 0,5mg 2x

* tabletten/capsules:
isorbidedinitraat 5mg 5x
paracetamol 500mg 10x
clemastine 1mg 5x
tramadol caps 50mg 3x
augmentin 500/125 mg 6x
temazepam 10mg 5x
ranitidine 300 mg 5x
furosemide 40 mg 5x

* zetpil¬¬len/rectioles:
paracetamol 1000mg 5x
tramadol 100mg 2x
diazepam (stesolid) 10mg 2x
diclofenac 100mg 6x
metoclopramide 20mg 2x
domperidom 60 mg 3x

* inhalator:
salbutamol 0,1mg/inh. 1x

ALFABETISCHE WOORDENLIJST: zoeken op stofnaam
Naam Medicijnnaam:
acenocoumarol Sintrom®
acetylcysteïne Fluimucil®
acetylsalicylzuur Acetyl® neuro/cardio
algeldraat/magnesium hydroxide Antagel®
allopurinol Zyloric®
amantadine Symmetrel®
amitryptiline Tryptizol®, Sarotex®
amoxicilline/clavulaanzuur Augmentin®
amoxicilline Clamoxyl®, Flemoxin®
ascorbinezuur (vitamine C) ascorbinezuur (vitamine C)
atenolol Tenormin®
atropine atropine
azathioprine Imuran®
azijnzuur azijnzuur
azijnzuur/triamcinolonacetonide azijnzuur/triamcinolonacetonide
azitromycine Zithromax®
baclofen Lioresal®
beclomethason Beconase®
benzathinebenzylpenicilline Penidural®
betahistine Betaserc®
betamethasonvaleraat Betnelan®, Celestoderm®
bisacodyl Dulcolax®
budesonide Pulmicort®
bumetanide Burinex®
butylscopolamine Buscopan®
calcipotriol Daivonex®
calciumcarbonaat Cacit®, Calcichew®, Calcium Sandoz®
carbamezepine Tegretol®
carbomeer Vidisic®
cavilon Cavilon®
ceftriaxon Rocephin®
cefuroximaxetil Zinnat®
cetirizine Zyrtec®
cetomacrogol créme FNA cetomacrogol créme FNA
chloorhexidine chloorhexidine
cinnarizine Cinnipirine®
ciprofloxacine Ciproxin®
cisapride Prepulsid®
citalopram Cipramil®
clemastine Tavegil®
clindamycine Dalacin C®
clobetasol Dermovate®
clonazepam Rivotril®
clozapine Leponex®
co-trimoxazol Bactrimel®, Sulfotrim®
codeïnefosfaat codeïnefosfaat
colecalciferol (vitamine D3) Devaron® , Neo Dohyfral®
desoxyribonuclease/fibrinolysine Elase®
dexamethason/framycetine/gramicidine Sofradex®
dexamethason Decadron® , Oradexon®
dexamethason/gentamycine Dexagenta® (druppels), Dexamytrex® (zalf)
dextran 70/ hypromellose Duratears®
diazepam Stesolid®
diclofe nac
Voltaren®
diclofenac/cytotec Arthrotec®
digoxine Lanoxin®
diltiazem Tildiem®
distigmine Ubretid®
domperidon Motilium®
doxycycline Dumoxin® , Vibra-S® , Vibramycine® , Dagracycline®
enalapril Renitec®
estriol Synapause® E3
etidroninezuur/calciumcarbonaat Didrokit®
famciclovir Famvir®
feneticilline Broxil®
fentanyl cutaan Durogesic®
fenytoïne Diphantoine®
ferrofumaraat ferrofumaraat
flucloxacilline Floxapen®
fluticason Flixotide®
foliumzuur foliumzuur
furosemide Lasix® /Lasilette®
fusidinezuur Fucithalmic®
fusidinezuur Fucidin®
fytomenadion (vitamine K) Konakion®
geactiveerde kool Norit®
gentamycine gentamycine
gliclazide Diamicron®
glimepiride Amaryl®
glucagon glucagon
glucose glucose
haloperidol Haldol®
haloperidoldecanoaat (depot) Haldol® depot
hydrochloorthiazide Esidrex®
hydrocortison FNA hydrocortison FNA
hydroxocobalamine (vitamine B12) Hydrocobamine®
hypochloriet-oplossing Eusol®
ibuprofen Brufen®
insuline kortwerkend Actrapid®
insuline mengsel van kort- en middel langwerkend Mixtard®‘30/70'
insuline (middel)langwerkend Insulatard®
ipratropium Atrovent®
ipratropium/salbutamol Combivent®
isorbide-5-mononitraat Promocard®
isorbide-dinitraat Cedocard® , Isordil®
itraconazol Trisporal® , Sporanox®
kaliumchloride kaliumchloride
ketoconazol Nizoral®
lactulose Legendal®
latanoprost Xalatan®
leniens (koelzalf) FNA leniens (koelzalf) FNA
levodopa/carbidopa Sinemet®
levodopa/benserazide Madopar®
levothyroxine Thyrax®
lidocaïne/vaseline créme lidocaïne/vaseline créme
lidocaïne-levomenthol gel lidocaïne-levomenthol gel
lindaan lindaan
lithiumcarbonaat Camcolit®, Litarex®, Priadel®
loperamide Imodium®
lorazepam Temesta®
magnesium(hydr)oxide magnesium(hydr)oxide
magnesiumsulfaat magnesiumsulfaat
mebendazol Vermox®
metformine Glucophage®
metoclopramide Primperan®
metoprolol Selokeen®
metronidazol Flagyl®
miconazol/hydrocortison Daktacort®
miconazol Daktarin®
midazolam Dormicum®
mixtura resolvens FNA mixtura resolvens FNA
morfine parenteraal morfine parenteraal
morfine slow release MS Contin®
morfine immediate release Sevredol®
multivitamine/mineralen Dagravit® totaal 30
nabumeton Mebutan®
nadroparine Fraxiparin®
naloxon Narcan®
natriumdocusaat/glycerol Norgalax®
natriumfosfaat Practo Clyss®
natriumpolystyreensulfonaat Resonium® A
nifedipine Adalat®
nitrazepam Mogadon®
nitrofurantoïne Furabid®, Furadantine®
nitroglycerine Nitrolingual® spray, Nitrobaat®, Transiderm® nitro
nortryptiline Nortrilen®
noscapinestroop noscapinestroop
nystatine nystatine
ofloxacine Tarivid®
ondansetron Zofran®
oxazepam Seresta®
oxybutynine Dridase®
pantoprazol Pantozol®
paracetamol paracetamol
pergolide Permax®
permetrine Loxazol®
pipamperon Dipiperon®
piracetam Noötropil®
polymyxine B/trimethoprim Polytrim®
povidonjood Betadine®
prednis(ol)on Di-adreson-F-aq® (parenterale vorm)
psyllium Metamucil®/Volcolon®
pyridoxine (vitamine B6) pyridoxine (vitamine B6)
ranitidine Zantac®
rehydratievloeistof Orisel®, Dioralyte®, Careplus® ORS
salbutamol Ventolin®
salicylzuur salicylzuur
salmeterol Serevent®
selegiline Eldepryl®
sennosiden X-Praep®
sotalol Sotacor®
spironolacton Aldactone®
tamsulosine Omnic®
temazepam Normison®
terbutaline Bricanyl®
theofylline Theolin retard®
thiamazol Strumazol®
thiamine (vitamine B1) thiamine (vitamine B1)
timolol(maleaat) Timoptol® XE
tizanidine Sirdalud®
tolbutamide Rastinon®
tolterodine Detrusitol®
Tramadol Tramal®
trazodon Trazolan®
triamcinolon/gramicidine/nystatine/neomycine Mycolog®
triamcinolonacetonide FNA triamcinolonacetonide FNA
triamtereen/hydrochloothiazide Dytenzide®
trihexyfenidyl Artane®
trimethoprim Monotrim®, Wellcoprim®
valproïnezuur Depakine®
vancomycine Vancocin®
vaseline/paraffine zalf FNA vaseline/paraffine zalf FNA
vaseline/cetomacrogol créme FNA vaseline/cetomacrogol créme FNA
verapamil Isoptin®
vitamine B complex vitamine B complex
xylometazoline Otrivin®
zilversulfadiazine Flammazine®
zinkoxidesmeersel (zinkolie) FNA zinkoxidesmeersel (zinkolie) FNA
zopiclon Imovane®
zuclopentixol Cisordinol®

ALFABETISCHE WOORDENLIJST: zoeken op merknaam
Medicijnnaam: Naam
Acetyl® neuro/cardio acetylsalicylzuur
Actrapid® insuline kortwerkend
Adalat® nifedipine
Aldactone® spironolacton
Amaryl® glimepiride
Antagel® algeldraat/magnesium hydroxide
Artane® trihexyfenidyl
Arthrotec® diclofenac/cytotec
ascorbinezuur (vitamine C) ascorbinezuur (vitamine C)
atropine atropine
Atrovent® ipratropium
Augmentin® amoxicilline/clavulaanzuur
azijnzuur azijnzuur
azijnzuur/triamcinolonacetonide azijnzuur/triamcinolonacetonide
Bactrimel®, Sulfotrim® co-trimoxazol
Beconase® beclomethason
Betadine® povidonjood
Betaserc® betahistine
Betnelan®, Celestoderm® betamethasonvaleraat
Bricanyl® terbutaline
Broxil® feneticilline
Brufen® ibuprofen
Burinex® bumetanide
Buscopan® butylscopolamine
Cacit®, Calcichew®, Calcium Sandoz® calciumcarbonaat
Camcolit®, Litarex®, Priadel® lithiumcarbonaat
Cavilon® cavilon
Cedocard® , Isordil® isorbide-dinitraat
cetomacrogol créme FNA cetomacrogol créme FNA
chloorhexidine chloorhexidine
Cinnipirine® cinnarizine
Cipramil® citalopram
Ciproxin® ciprofloxacine
Cisordinol® zuclopentixol
Clamoxyl®, Flemoxin® amoxicilline
codeïnefosfaat codeïnefosfaat
Combivent® ipratropium/salbutamol
Dagravit® totaal 30 multivitamine/mineralen
Daivonex® calcipotriol
Daktacort® miconazol/hydrocortison
Daktarin® miconazol
Dalacin C® clindamycine
Decadron® , Oradexon® dexamethason
Depakine® valproïnezuur
Dermovate® clobetasol
Detrusitol® tolterodine
Devaron® , Neo Dohyfral® colecalciferol (vitamine D3)
Dexagenta® (druppels), Dexamytrex® (zalf) dexamethason/gentamycine
Di-adreson-F-aq® (parenterale vorm) prednis(ol)on
Diamicron® gliclazide
Didrokit® etidroninezuur/calciumcarbonaat
Diphantoine® fenytoïne
Dipiperon® pipamperon
Dormicum® midazolam
Dridase® oxybutynine
Dulcolax® bisacodyl
Dumoxin® , Vibra-S® , Vibramycine® , Dagracycline® doxycycline
Duratears® dextran 70/ hypromellose
Durogesic® fentanyl cutaan
Dytenzide® triamtereen/hydrochloothiazide
Elase® desoxyribonuclease/fibrinolysine
Eldepryl® selegiline
Esidrex® hydrochloorthiazide
Eusol® hypochloriet-oplossing
Famvir® famciclovir
ferrofumaraat ferrofumaraat
Flagyl® metronidazol
Flammazine® zilversulfadiazine
Flixotide® fluticason
Floxapen® flucloxacilline
Fluimucil® acetylcysteïne
foliumzuur foliumzuur
Fraxiparin® nadroparine
Fucidin® fusidinezuur
Fucithalmic® fusidinezuur
Furabid®, Furadantine® nitrofurantoïne
gentamycine gentamycine
glucagon glucagon
Glucophage® metformine
glucose glucose
Haldol® haloperidol
Haldol® depot haloperidoldecanoaat (depot)
Hydrocobamine® hydroxocobalamine (vitamine B12)
hydrocortison FNA hydrocortison FNA
Imodium® loperamide
Imovane® zopiclon
Imuran® azathioprine
Insulatard® insuline (middel)langwerkend
Isoptin® verapamil
kaliumchloride kaliumchloride
Konakion® fytomenadion (vitamine K)
Lanoxin® digoxine
Lasix® /Lasilette® furosemide
Legendal® lactulose
leniens (koelzalf) FNA leniens (koelzalf) FNA
Leponex® clozapine
lidocaïne/vaseline créme lidocaïne/vaseline créme
lidocaïne-levomenthol gel lidocaïne-levomenthol gel
lindaan lindaan
Lioresal® baclofen
Loxazol® permetrine
Madopar® levodopa/benserazide
magnesium(hydr)oxide magnesium(hydr)oxide
magnesiumsulfaat magnesiumsulfaat
Mebutan® nabumeton
Metamucil®/Volcolon® psyllium
Mixtard®‘30/70' insuline mengsel van kort- en middel langwerkend
mixtura resolvens FNA mixtura resolvens FNA
Mogadon® nitrazepam
Monotrim®, Wellcoprim® trimethoprim
morfine parenteraal morfine parenteraal
Motilium® domperidon
MS Contin® morfine slow release
Mycolog® triamcinolon/gramicidine/nystatine/neomycine
Narcan® naloxon
Nitrolingual® spray, Nitrobaat®, Transiderm® nitro nitroglycerine
Nizoral® ketoconazol
Noötropil® piracetam
Norgalax® natriumdocusaat/glycerol
Norit® geactiveerde kool
Normison® temazepam
Nortrilen® nortryptiline
noscapinestroop noscapinestroop
nystatine nystatine
Omnic® tamsulosine
Orisel®, Dioralyte®, Careplus® ORS rehydratievloeistof
Otrivin® xylometazoline
Pantozol® pantoprazol
paracetamol paracetamol
Penidural® benzathinebenzylpenicilline
Permax® pergolide
Polytrim® polymyxine B/trimethoprim
Practo Clyss® natriumfosfaat
Prepulsid® cisapride
Primperan® metoclopramide
Promocard® isorbide-5-mononitraat
Pulmicort® budesonide
pyridoxine (vitamine B6) pyridoxine (vitamine B6)
Rastinon® tolbutamide
Renitec® enalapril
Resonium® A natriumpolystyreensulfonaat
Rivotril® clonazepam
Rocephin® ceftriaxon
salicylzuur salicylzuur
Selokeen® metoprolol
Seresta® oxazepam
Serevent® salmeterol
Sevredol® morfine immediate release
Sinemet® levodopa/carbidopa
Sintrom® acenocoumarol
Sirdalud® tizanidine
Sofradex® dexamethason/framycetine/gramicidine
Sotacor® sotalol
Stesolid® diazepam
Strumazol® thiamazol
Symmetrel® amantadine
Synapause® E3 estriol
Tarivid® ofloxacine
Tavegil® clemastine
Tegretol® carbamezepine
Temesta® lorazepam
Tenormin® atenolol
Theolin retard® theofylline
thiamine (vitamine B1) thiamine (vitamine B1)
Thyrax® levothyroxine
Tildiem® diltiazem
Timoptol® XE timolol(maleaat)
Tramal® Tramadol
Trazolan® trazodon
triamcinolonacetonide FNA triamcinolonacetonide FNA
Trisporal® , Sporanox® itraconazol
Tryptizol®, Sarotex® amitryptiline
Ubretid® distigmine
Vancocin® vancomycine
vaseline/paraffine zalf FNA vaseline/paraffine zalf FNA
vaseline/cetomacrogol créme FNA vaseline/cetomacrogol créme FNA
Ventolin® salbutamol
Vermox® mebendazol
Vidisic® carbomeer
vitamine B complex vitamine B complex
Voltaren® diclofe nac
X-Praep® sennosiden
Xalatan® latanoprost
Zantac® ranitidine
zinkoxidesmeersel (zinkolie) FNA zinkoxidesmeersel (zinkolie) FNA
Zinnat® cefuroximaxetil
Zithromax® azitromycine
Zofran® ondansetron
Zyloric® allopurinol
Zyrtec® cetirizine

Indeling:
1. Bacterieel
a. Oppervlakkig
b. Diep
2. Viraal
3. Mycotisch

Pathogenicitiet afhankelijk van:
- Pathogene karakter van bacterie
- Weerstand patiënt en/of conditie huid

Weerstand verlaagd bij:
- Trauma
- Preëxistente afwijking
- Maligniteit
- Immunosuppressie


Algemene behandeladviezen:

Oppervlakkige huidinfecties:
- Basisbehandeling met desinfectia.
- Terughoudendheid met lokale antibiotica.

Diepe huidinfecties:
- Geen locale antimicrobiële middelen
- Geef orale antibiotica als de infectie gepaard gaat met koorts en algemeen ziekzijn.
- Bij overgevoeligheid voor penicillines steeds Erytromycine 2 a 4 dd 500 mg geven

wanneer profyolaxe met augmentin 3 dd 650 mg
diepe bacty infectie of bijtwond
geen milt
kunst klep vitia
kunstgewricht
verminderde weerstend DM of imm supp

Bij bijt wonden in principe een tetanus profylaxe

Bact infecties
Erysipelas
Op onderbenen en gelaat
Beta haemolytische streptococ soms s.aureus
3 dd 500 mg feniticilline 10 dagen
na 2 dgn geen verbetering dan flucloxacilline 3 dd 500 mg

Impetigo / Ecthyma / Furunkel / Folliculitis: Conta indicatie voor het werken binnen de gezondheidszorg!

Virale infecties

Herpes Zoster:
- Analgetica (NSAID)
- Lokaal evt. een indifferente zalf.

Mycotische infecties
Dermatomycose
- Dermatofyten
- Candida
Pytiriasis Versicolor

Penicilline allergie
Type 1 reactie
Directe anafylactische reactie binnen het uur
RR broncosp pruritus urticarie
1 a 72 uur
angio- en larynx oedeem urticaria

> 72 uur
type 2, 3 of 4 reactie

Belangrijk:
historie opvragen van de patient
leeftijd van reactie tijdstip
kan de patient het zich herinneren?
Hoe lang na het starten trad de reactie op ?
Kenmerken?
Aard van efflorescenties?
Aard toediening genees middel
Indiocatie van toediening?
Wat gebeurt er op het moment van staken van de penicilline
Geneesmiddelen zoals Allopurinol kunnen ook heftige reacties geven
Vergelijkbare AB gebruik.
Alternatief macroliden of erythromycine

Bactroban
Gebruik van AB op huid wordt afgeraden.
Huidinfectrie zijn vaak self limiting
Grote kans op het ontstaan van resistentie
MRSA behandeling in de neus is enigste indicatie van Bactroban.

Ziekenhuizen hebben vaak een AB formularium beschikbaar.

Dodelijke anafylactische reacties komen 15 op de 100.000 kuren voor.

Vaak is er sprake van een allergie voor de bijvoegsels bij de AB’s

dinsdag, februari 14, 2006

Er zijn veel verschillende soorten sondes en veel verschillende soorten sondevoeding.
Vaak gaat het geven van sondevoeding goed. Soms ook niet.

Hieronder staan een aantal (technische) complicaties die kunnen optreden bij enterale voeding:
- maagretentie
- oesofagitis
- verstopte sonde
- lekkage sonde
- dislocatie sonde
- connector past niet
- irritatie rondom insteekopening percutane sonde
- vastgroeien PEG
- drukletsel te strakke PEG/button

Ik wil hier nu niet op alle punten in gaan, maar licht er even kort 1 puntje uit, nl. verstopte sonde. Dit komt zeer veel voor en is vaak te voorkomen !!

Verstopte sonde:
- oorzaak is bijna altijd medicatie
- dunne sonde is eerder verstopt dan dikke sonde
- verstoppen kan voorkomen worden door minimaal 4-6x per dag door te spuiten
- charriere < 8 : minimaal 6x per dag door spuiten
- charriere > 8 : minimaal 4x per dag door spuiten
- doorspuiten met 20 ml lauw water
- voor en na het toedienen van sondevoeding ook doorspuiten met min. 20 ml lauw water
- voor en na het toedienen van medicatie ook doorspuiten met min. 20 ml lauw water
- absoluut GEEN spa rood en cola gebruiken (lage zuurgraad hiervan zorgt ervoor dat de eiwitten uit de sondevoeding gaan uitvlokken met als gevolg een verstopping)
- verstopping van sondevoeding : oplossen met natruimbicarbonaat 4,2 %

dinsdag, februari 07, 2006

Via deze link kom je op een database met een korte samenvatting van vele stofwisselingsziekten.

Nocigene pijn
weefselbeschadiging:
- inwerkend geweld (noxe)
- ontsteking (inflammatie)
scherp, snijdend, kloppend

Neuropathische pijn
zenuwbeschadiging:
- andere verwerking van impulsen in het CZS
branderig, stekend, schietend

Het zenuwstelsel is plastisch
sensitisatie
- perifeer
- centraal
wind-up
sprouting

Pain is perfect misery, the worst of evils, excessive, overturns all patience.
John Milton: Paradise Lost, 1674

Therapie Oncologische Pijn
de hele mens
- angst voor de naderende dood
- zorgen voor lot van kinderen, partner
- depressie
- delier, obstipatie, misselijkheid, metabole stoornissen, malnutritie, dehydratie, hypoxie, koorts, moe, slap
paracetamol, NSAID’s, codeïne
morfinomimetica
- oraal: MS Contin, Oxycontin, Sevredol, methadon
- transdermaal: Durogesic
Amitryptiline, Neurontin
corticosteroïden
locaal anesthetica: bupivacaïne (=Marcaïne), Chirocaïne (=levo-bupivacaïne)
Ketamine, Memantine (Ebixa) ?
radiotherapie, strontium
zenuwblokkade: neurolytisch:
- coeliacusblock,
- percutane chordotomie,
- thoracaal subarachnoïdaal alcoholblock
neurochirurgische blockade:
- DREZ laesie
- operatie volgens Nauta

Keuzes maken - type pijn
nocigene pijn:
- reageert goed op NSAID’s en morfinomimetica
neuropathische pijn:
- reageert matig op morfinomimetica
- miskenning leidt tot steeds hogere dosering, met toename bijwerkingen

Keuzes maken - route morfinomimetica
oraal:
- eenvoudig,
- misselijkheid en braken
- werkingsduur
transdermaal:
- eenvoudig, stabiele spiegel
- opname verandert met andere doorbloeding: koorts, zweten, dehydratie, slechte algehele conditie

Keuzes maken - epiduraal & intrathecaal
lagere dosering nodig, minder bijwerkingen
bij regionaal pijnprobleem
effectief bij neuropathische component in pijn:
+ locaal anesthesticum
+ ketamine, +clonidine, + baclofen
externe pomp: bediening, disconnectie, verwisselen cassette, oplossen problemen
catheter door de huid (infectie, liquorlekkage) of subcutaan poortsysteem
dura mater als laatste barriëre

Keuzes maken - radiotherapie & neurochirurgie
radiotherapie:
- is de tumor stralengevoelig ?
- is er dreiging voor acute schade (fractuur, dwarslaesie) ?
- is er al een maximum dosis gegeven ?
neurochirurgie:
- bij beperkte levensverwachting: centrale pijn
- ingreep weinig belastend

Keuzes maken - neurolytische blockades
coeliacus block:
- bij tumoren in bovenbuik
- alcohol 50%, 2 x 20 ml.
percutane chordotomie:
- bij tumoren onder het niveau van de hals
- tractus spinothalamicus alleen te bereiken tussen C1 en C2
- thermolaesie, wakkere patiënt
- ervaring en fijne handvaardigheid

Omrekening doseringen
Morfine:
- oraal naar parenteraal: factor 3
- parenteraal naar epiduraal: factor 5 à 10
Morfine naar Durogesic:
- 10-30 mg morfine s.c. /dag = 30-90 mg morfine oraal per dag = 25 µg/uur Durogesic

Achondroplasia
Angelman Syndrome
Beckwith - Wiedemann Syndrome
Charge Association
Cornelia de Lange Syndrome
Down Syndrome
Ehlers - Danlos Syndrome
Fetal Alcohol Syndrome
Fragile X Syndrome
Incontinentia Pigmenti
Klinefelter
Marfan Syndrome
Neurofibromatosis type I
Noonan Syndrome
Oculo - Auriculo Vertebral Spectrum
Osteogenesis Imperfecta
Prader - Willi Syndrome
Robin Sequence
Russel - Silver Syndrome
Smith - Lemli - Opitz Syndrome
Smith - Magenis Syndrome
Sotos Syndrome
Stickler Syndrome
Trisomy 18 & Trisomy 13 Syndrome
Tuberous Sclerosis
Turner Syndrome
Vater Association
Velo - Cardio Syndrome
Williams Syndrome

Gangliosidose GM 2, AB variant
Gangliosidose GM 2, B variant
Hexosaminiadase A deficiëntie

HEXA deficiëntie

Korte beschrijving

De ziekte van Tay-Sachs is een erfelijke en aangeboren stofwisselingsziekte die valt onder de lysosomale stapelingsziekten. Lysosomale stapelingsziekten zijn aandoeningen waarbij er door een verandering in het erfelijk materiaal een stoornis is in de lysosomen. Lysosomen zijn kleine organen (organellen) in een cel, die met behulp van enzymen -enzymen begeleiden bepaalde chemische reacties- zorgen voor de afbraak en het hergebruik van veel stoffen. Het ontbreken of niet volledig functioneren van een van deze enzymen zorgt ervoor dat (afval)stoffen zich opstapelen in het lysosoom. Deze opeenstapeling is giftig voor de cel en bemoeilijkt daardoor het functioneren van het lysosoom, en uiteindelijk ook van de hele cel. Dit veroorzaakt ten slotte schade in weefsels en organen. Vanwege het ophopen van (afval)stoffen wordt over lysosomale stapelingsziekten gesproken.

De ziekte van Tay-Sachs wordt veroorzaakt door een tekort aan activiteit van het enzym hexosaminidase A. Hierdoor vindt stapeling plaats van bepaalde vetten (gangliosiden) in de hersenen. Deze stapeling heeft ernstige gevolgen, waarvan de eerste tekenen in de derde tot vijfde levensmaand tot uiting komen. Er is sprake van een vertraagde verstandelijke en motorische ontwikkeling, en een te lage spierspanning en blindheid. Aangedane kinderen zijn schrikachtig, maken minder oogcontact, zijn lusteloos, en verleren eerder verkregen vaardigheden. Uiteindelijk leidt dit tot een vegeterende toestand. Een kind met de ziekte van Tay-Sachs overlijdt meestal voor het derde levensjaar.

Zie ook: ziekte van Sandhoff.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op grond van bovenstaande kenmerken. De diagnose kan worden bevestigd Bevestiging kan verkregen worden door middel van genetisch onderzoek. Prenatale screening is mogelijk door middel van vruchtwateronderzoek. Daarnaast is erfelijkheidsadvisering mogelijk.

Behandeling

Voor de ziekte van Tay-Sachs is geen genezing mogelijk. Daarom richt de behandeling zich voor zover mogelijk op verlichting van klachten.

Voorkomen (frequentie)

De ziekte van Tay-Sachs komt veel voor bij Ashkenazi Joden afkomstig uit Oost- en Centraal Europa. Een op de dertig Ashkenazi Joden is drager van de aandoening, en in de Joodse populatie komt zij bij 1:3.900 pasgeborenen voor. In het algemeen komt de ziekte van Tay-Sachs bij 1:112.000 pasgeborenen voor.

Overerving

De overerving van de ziekte van Tay-Sachs verloopt autosomaal recessief (zie de animatie 'overerving en dragerschap').


Meer informatie

  • VKS
    Volwassenen en Kinderen met Stofwisselingsziekten
  • NTSAD
    National Tay-Sachs & Allied Diseases Association, engelstalig
  • Your Genes Your Health
    Engelstalige animatie over de Ziekte van Tay Sachs

  •