woensdag, januari 25, 2006

526 28.07.2005 1

NHG Standaarden (76) 76-117



Tit.: Acuut Hoesten, Standaard M78
Aut.: NHG
Tds.: NHG Standaarden - Huisarts Wet 2003;(46)9:496-506
Smv.:

BEGRIPPEN
Acuut hoesten: hoesten korter dan drie weken.

RICHTLIJNEN DIAGNOSTIEK

Anamnese

- Duur en aard van het hoesten (recidiverend, blafhoest,
>kinkhoestaanvallen=).
- Temperatuurverhoging (hoogte, duur, beloop).
- Symptomen die passen bij een bovenste luchtweginfectie.
- Dyspneu, piepen.
- Alarmsymptomen bij kinderen: ernstig ziekzijn (vooral
tachypneu),
ernstige dyspneu of (bij jonge zuigelingen) apneuperioden.
- Alarmsymptomen bij volwassenen: ernstig ziekzijn (vooral
tachypneu),
ernstige dyspneu, pijn die vastzit aan de ademhaling, haemoptoe.
- Irritantia (in het bijzonder roken), mate van hinder,
(zelf)medicatie (in het bijzonder ACE-remmers).
- Bij zuigelingen: pre-/dysmaturitas en/of beademing bij de
geboorte.
- Bij kinderen: comorbiditeit (vooral aangeboren hart- en
longafwijkingen).
- Bij volwassenen: comorbiditeit (vooral hartfalen, COPD en
ernstige
neurologische aandoeningen).

Overwegingen bij het telefonisch consult
De patient dient op korte termijn gezien te worden bij:
alarmsymptomen; leeftijd <3 maanden; verminderde weerstand.

Overwogen dient te worden de pati‘nt op korte termijn te zien bij:
hoge koorts gedurende meer dan drie dagen of koorts opnieuw hoog
oplopend na een aantal koortsvrije dagen; dyspneu en/of piepen
(als
de
patient geen astma of COPD heeft); ouderen (>75 jaar) met koorts;
en
patienten met relevante comorbiditeit.

Lichamelijk onderzoek

- Mate van ziekzijn bij kinderen: koorts, tekenen van verhoogde
ademarbeid (tachypneu, intercostale intrekkingen,
neusvleugelen),
hartritme, huidkleur, reactie op de omgeving en tekenen van
dehydratie;
- Mate van ziekzijn bij volwassenen: koorts, tachypneu, snelle
pols
en
(vooral bij ouderen) bewustzijn.
- Onderzoek KNO-gebied: bij symptomen die passen bij een bovenste
luchtweginfectie.
- Auscultatie en percussie van de longen: longgeluiden en lokale
afwijkingen.
- Bij het vermoeden van hartfalen en aangeboren hartafwijkingen:
auscultatie van het hart.

Aanvullend onderzoek

- Bij twijfel over het bestaan van een pneumonie of het vermoeden
van
een maligniteit: X-thorax.
- Bij het vermoeden van kinkhoest (als er in de naaste omgeving
zuigelingen of hoogzwangeren aanwezig zijn): kweek of PCR
(ziekteduur <3 4 weken), serologie (ziekteduur >3 4 weken).

Evaluatie

Aandoeningen waarbij geen specifieke behandeling hoeft te worden
overwogen of geindiceerd is:
- ongecompliceerde luchtwegaandoeningen (vooral bovenste
luchtweginfecties, acute bronchitis);
- irritantia: voornamelijk (passief) roken.

Aandoeningen waarbij wel een specifiek beleid moet worden
overwogen:
- ter voorkomingen van complicaties: bij (vermoeden van een)pneumonie
(bij een ernstig zieke patient met gelokaliseerde afwijkingen of
tekenen van verhoogde ademarbeid, bij een langdurig zieke
pati‘nt
(>7 dagen) met koorts en hoesten en bij een infiltraat op de X-thorax); bij zuigelingen en ouderen (>75 jaar) met koorts; en bij
patienten met relevante comorbiditeit;
- kinkhoest: voor zuigelingen of hoogzwangeren of voor personen
die
met deze groepen in aanraking komen: bij typerende
kinkhoestaanvallen of, tijdens epidemieen, bij pati‘nten met
ernstig
hoesten of hoestbuien die contact hebben gehad met kinderen of
volwassenen met kinkhoest;
- bronchiolitis: bij zieke zuigelingen met tekenen van verhoogde
ademarbeid en fijne crepitaties over beide longvelden;
- pseudo-kroep: bij blafhoest, heesheid en een inspiratoire
stridor;
- Overige relevante aandoeningen: astma (bij recidiverende
hoestperiodes die al of niet gepaard gaan met piepen of dyspneu),
longembolie (bij hoesten met acute dyspneu en/of pijn die vastzit
aan
de ademhaling), hartfalen (bij dyspneu bij inspanning, nachtelijke
dyspneu of dyspneu bij platliggen) en maligniteit (bij haemoptoe,
in
het bijzonder bij afvallen >3 kg/maand en roken).

RICHTLIJNEN BELEID

Voorlichting en niet-medicamenteuze adviezen

- Hoesten ten gevolge van een ongecompliceerde luchtweginfectie gaat zonder speciale maatregelen over het algemeen binnen 2 3 weken vanzelf over.
- Van geen van de vrij verkrijgbare hoestmiddelen is de werkzaamheid aangetoond.
- Ontraad (passief) roken, omdat dit hoesten kan veroorzaken en de
duur van hoestklachten kan verlengen.
- Ontraad veelvuldig schrapen van de keel, omdat dit het hoesten
kan
onderhouden.
- Bij kinkhoest hebben antibiotica ter verzachting of verkorting
van
de ziekteverschijnselen geen zin.
- Een kind met een bronchiolitis knapt meestal binnen 3 ˆ 7 dagen
spontaan op. Ernstige benauwdheid, kortdurende periodes waarin
het
kind niet ademt en onvoldoende drinken zijn redenen om direct
opnieuw contact op te nemen met de huisarts.
- Een pseudo-kroepaanval zonder ernstige benauwdheid herstelt spontaan binnen enkele uren.

Medicamenteuze therapie

Symptomatische therapie

Bij ernstige hinder: bij kinderen: noscapine (1-6 jaar: 2-4 dd 7,5
mg;
6-12 jaar: 2-4 dd 15 mg); bij volwassenen: noscapine 3-4 dd 15-30
mg
of codene 3-4 dd 10-20 mg.

Antimicrobiele therapie

- Indicatie: (vermoeden van een) pneumonie, zuigelingen en ouderen
(>75 jaar) met koorts, pati‘nten met relevante comorbiditeit.
- Kinderen: amoxicilline 30 mg/kg gedurende 7 dagen; bij
overgevoeligheid azitromycine 1 dd 10 mg/kg gedurende 3 dagen.
- Volwassenen: doxycycline 1e dag 200 mg, 2e-7e dag 1 dd 100 mg;
bij
intolerantie voor tetracyclines, bij zwangeren en in de
lactatieperiode: amoxicilline 3 dd 500 mg gedurende 7 dagen; bij
overgevoeligheid voor amoxicilline erytromycine 4 dd 500 mg
gedurende 7 dagen.
- Controle: bij een ernstig zieke pati‘nt is controle van het klinisch beeld binnen 24 uur noodzakelijk; (herhaling) van de X-thorax ter uitsluiting van een maligniteit: indien de klachten na zes weken niet verdwenen zijn, in het bijzonder bij (ex-) rokende patienten >50 jaar.

Kinkhoest

Antimicrobi‘le behandeling is alleen aangewezen als in de naaste
omgeving zuigelingen of hoogzwangeren aanwezig zijn ter preventie
van
secundaire ziektegevallen: bij kinderen: azitromycine 1 dd 10
mg/kg
gedurende 3 dagen; bij volwassenen: azitromycine 1 dd 500 mg
gedurende
3 dagen; bij zwangerschap en lactatie: erytromycine 4 dd 500 mg
gedurende 7 dagen.

Bronchiolitis

- Dagelijks controle: verwijs bij ernstige dyspnoe, apneuperioden
of
slecht drinken;
- Probeer eventueel een behandeling met betasympathicomimetica of
corticosteroden.

Pseudo-kroep

- Bij matig ernstige pseudo-kroep (verhoogde ademarbeid en stridor
in
rust): eenmalige toediening van corticosteroden: bijvoorbeeld
dexamethason 0,15 mg/kg oraal/i.m.; 5-10 pufjes corticosterod
per
inhalatie.

Verwijzing

- Pneumonie: bij een ernstig zieke patient, bij onvoldoende reactie op
antimicrobiele therapie, bij het vermoeden van een
aspiratiepneumonie (bij onvoldoende verbetering na
antimicrobi‘le
behandeling).
- Bronchiolitis: bij ernstige dyspneu, apneuperiodes en slecht
drinken; bij zuigelingen <3 maanden of bij een verhoogd risico
op
een ernstige RSV-infectie (aangeboren hart- of longziekten,
immunogecompromitteerde kinderen en apneu in de
voorgeschiedenis).
- Ernstige pseudo-kroep (cyanose, ernstige intercostale
intrekkingen
of verminderd bewustzijn) en bij onvoldoende reactie op
corticostero•den. Vermoeden van een longembolie of maligniteit.


Uit de literatuurlijst van het OmniHis7-bestand.

0 reacties: